Een windmolen wordt gebruikt om de energie van de wind om te zetten in mechanische of elektrische energie. Doordat de wind steeds uit een andere richting komt, moet de molen regelmatig gedraaid worden. Wanneer er wind opsteekt (vanaf 5 km/uur) richt een elektrische motor op basis van informatie van een windhaan bovenop de windmolen naar de wind. De wind oefent kracht uit op de wieken (rotorbladen) van een turbine, waardoor deze gaan draaien. De wieken (meestal 3 stuks) zitten vast aan de hoofdas.