Een coöperatief zonnedak realiseren in 5 belangrijke stappen

zonnepanelen dak

Wat zijn de belangrijkste stappen voor het realiseren van een zonnedak? En hoe vlieg je die aan? We spraken met Ruud Krabbenborg, ‘oude rot’ in het vak als het gaat om het realiseren van coöperatieve zonnedaken. Met hem zetten we vijf stappen (in niet chronologische volgorde) voor je op een rij

Ruud Krabbenborg is voorzitter van energiecoöperatie Zonnig Zieuwent en zijn teller van zonnedaken staat al op acht. En als projectleider bij Agem helpt hij energiecoöperaties uit de gehele Achterhoek met de realisatie van nog eens tientallen zonnedaken. Die professionele begeleiding is zeker tegenwoordig meer dan welkom, zegt hij. Want bij het realiseren van een coöperatief zonnedak komt behoorlijk wat kijken.

Recentelijk kwamen het zevende en achtste coöperatieve zonnedak van Zonnig Zieuwent online. Op de daken van twee boeren uit het dorp werden respectievelijk 220 en 190 zonnepanelen geplaatst. Dat brengt het totale aantal geplaatste zonnepanelen voor de energiecoöperatie op 2.053 stuks, waar inmiddels zo’n 200 leden de vruchten van plukken.

Het verhaal van Zonnig Zieuwent: populaire zonnedaken

Inwoners van Zieuwent en omgeving die zelf geen mogelijkheid hebben om zonnepanelen te plaatsen, kunnen sinds 2016 meedoen met de zonne-energieprojecten van Zonnig Zieuwent. Meedoen is simpel, namelijk door één of meerdere certificaten te kopen van 240 euro per stuk. Eén certificaat staat gelijk aan een jaarlijks gegarandeerde zonne-energieopbrengst van 230 kilowattuur, 15 jaar lang.

Het financiële rendement dat daarmee gepaard gaat, is een interessante. De provincie Gelderland subsidieert namelijk 20 procent van de investeringskosten van elk coöperatieve zonnedak in de provincie en dat zien deelnemers terug in hun rendement. De terugverdientijd van de certificaten is (mede daardoor) relatief kort, vergelijkbaar met die van zonnepanelen op eigen dak.

”Ons eerste zonnedak kwam 6,5 jaar geleden online. Leden die daaraan meedoen, hebben hun inleg nu alweer terugverdiend”, aldus Krabbenborg.

Niet verwonderlijk dus dat de zonnedaken van Zonnig Zieuwent ontzettend populair zijn. “Het achtste zonnedak is pas net afgerond, maar er staan alweer mensen op de wachtlijst voor een volgend project”, zegt hij.

Toch duurt het waarschijnlijk nog wel even voordat het volgende zonnedak van Zonnig Zieuwent zich aandient, benadrukt Krabbenborg. Het kost namelijk behoorlijk veel tijd en moeite om een dergelijk project voor elkaar te krijgen. Dat doe je er niet zomaar even naast, op volledig vrijwillige basis. “Van eerste idee tot daadwerkelijke realisatie: je bent er gemakkelijk een jaar mee bezig.”

De belangrijkste stappen voor het realiseren van een zonnedak? (in niet-chronologische volgorde)

1. Een geschikt dak vinden

Het begint allemaal met het vinden van een geschikt dak. Maar dáár heeft Zonnig Zieuwent tot nu toe gelukkig weinig moeite mee. “Zieuwent is een dorp van pakweg 2.000 inwoners. We kennen elkaar en helpen elkaar graag”, zegt Krabbenborg. “Onze zonnedaken liggen dan ook bij mensen uit de buurt, die het prima en leuk vinden. Dan is vervolgens alleen nog een kwestie van een constructieberekening laten maken, om te bepalen of het dak wel geschikt is voor een zonnesysteem, en dan kunnen we verder.”

Dakeigenaren ontvangen geen huur van Zonnig Zieuwent, daar doet de energiecoöperatie expliciet niet aan. “Eeuwige duurzame roem, daar doen ze het wel voor”, aldus Krabbenborg. Toch worden er wel wat afspraken vastgelegd, over het recht van opstal. De eigenaren stellen hun dak bijvoorbeeld vijftien jaar ter beschikking aan Zonnig Zieuwent. De energiecoöperatie betaalt daar een symbolisch bedrag van 1 euro voor. Na die vijftien jaar hebben de dak-eigenaren drie keuzes: “We verlengen de huur van het dak, de dak-eigenaar neemt de zonnepanelen over tegen een nader te bepalen bedrag of de installatie wordt ontmanteld op kosten van de energiecoöperatie.”

“De laatste optie willen we natuurlijk liever niet, maar we reserveren er wel geld voor”, vervolgt hij. “De keuze van de dak-eigenaar is namelijk leidend, daar luisteren we naar.”

2. Subsidie aanvragen

Met een geschikt dak op zak kan de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) aangevraagd worden. Dat aanvraagproces kost je een uurtje en stelt niet al te veel voor, zegt Krabbenborg. Het voorbereidende werk heeft echter wel wat voeten in de aarde. Om de subsidie te ontvangen, moet je namelijk wel aan een aantal eisen voldoen.

“Een haalbaarheidsanalyse is het belangrijkst. Daarmee toon je aan dat je plannen financieel gezien uitkunnen”, aldus Krabbenborg. “De kosten, de terugverdientijd, de cashflow… Dat moet je allemaal inzichtelijk maken.”

Maar je moet nog meer kunnen aantonen. Denk bijvoorbeeld aan een intentieovereenkomst met de dakeigenaar. En kan de netbeheerder de stroom die je dak gaat leveren wel kwijt op het elektriciteitsnet?

“Ook belangrijk: je moet een namenlijst doorgeven, van bewoners die mee willen doen met het zonne-energieproject. Dat gaat om één lid per vijf kilowattpiek. Bij een kleinverbruikdak heb je dus pakweg 20 namen nodig om in aanmerkingen te komen voor de subsidie. Mijn ervaring is dat dat eigenlijk altijd wel lukt.”

3. Deelnemers werven

Een coöperatief zonnedak is natuurlijk alleen coöperatief als bewoners eraan mee willen doen. Het werven van leden is dan ook ontzettend belangrijk. Maar ook dáár heeft Zonnig Zieuwent tot op heden weinig moeite mee. Daar zijn verschillende redenen voor.

“Omdat we een klein dorp zijn en iedereen elkaar kent, is er veel vertrouwen. Daarnaast doen we dit al sinds 2016, dus we hebben een bewezen staat van dienst.”

Ook rendement speelt een belangrijke rol voor deelnemers. Zeker sinds de energiecrisis vinden bewoners de zonnedaken extra interessant, merkt Krabbenborg:

“Verduurzaming zou natuurlijk de belangrijkste reden moeten zijn om mee te doen, maar voor een aantal mensen is het ook gewoon een beleggingsinstrument geworden.” De projecten van Zonnig Zieuwent lopen dan ook zonder moeite vol. Eén informatieavond is tot nu toe altijd voldoende.

Maar dat is zeker niet overal zo, benadrukt Krabbenborg. Andere energiecoöperaties hebben soms meer moeite bij het werven van leden. Welke tips heeft hij voor hen?

“De basis moet natuurlijk goed zijn: promotieplan, bruchure, informatieavonden, noem maar op. Maar enthousiasme is ook erg belangrijk. Zorg er als energiecoöperatie daarom voor dat je bevlogen mensen aan je bindt, die het verhaal goed kunnen vertellen. Leg daarnaast het financiële voordeel goed en helder uit, zowel in je brochure als tijdens informatieavonden. Dat trekt toch veel mensen over de streep.”

Krabbenborg raadt ook om wat extra goodwill te kweken als energiecoöperatie, door nét een stapje extra te doen. Zonnig Zieuwent doet dat bijvoorbeeld in de vorm van een dorpsfonds. Elk jaar stopt de energiecoöperatie daar ongeveer 4.000 euro in, waarmee allerlei sociale projecten gefinancierd worden. Van warme dekens voor de woonzorginstelling en een elektrische bosmaaier voor de Stichting Kerkepaden tot extra zonnepanelen op de BMV in Mariënvelde.

4. Businesscase rondkrijgen

Een geschikt dak gevonden, subsidie succesvol aangevraagd én genoeg leden geworven. Dan ben je al een heel eind, toch? Klopt, maar er moet ook nog veel gebeuren. Van kleinere zaken (zoals de gang naar de notaris maken en offertes aanvragen bij installateurs) tot grotere projecten, zoals het rondkrijgen van de businesscase. Dat laatste was het afgelopen jaar me name lastig, vertelt Krabbenborg.

“Voor 2022 was de hoogte van de SCE-subsidie zo laag dat we geen fatsoenlijke businesscase konden rondbreien. RVO ging er (denk ik) vanuit dat zonne-installaties steeds goedkoper zouden worden, maar de prijzen zijn gelijk gebleven of zelfs gestegen, door grondstoffentekorten en andere zaken”, zegt hij.

“Door die lage subsidie krijgen energiecoöperaties de businesscase in 2022 niet meer rond en kwamen er dit jaar bijna geen nieuwe projecten bij. ZonderSCE-subsidie komen energiecoöperaties simpelweg niet uit op een fatsoenlijke terugverdientijd. Natuurlijk is het qua businesscase gunstig dat de energieprijzen nu hoger zijn dan ooit. Maar je kan er niet van op aan dat dat dat voor de aankomende vijftien jaar zo blijft. Ik hoop daarom dat RVO voor het aankomende jaar met betere subsidiebedragen komt, zodat bewoners weer stappen kunnen zetten in de energietransitie.”

5. Problemen oplossen

Er zijn tegenwoordig meer ingewikkelde hordes die energiecoöperaties moeten nemen. Het vinden van een leverancier die zonnepanelen, omvormers én personeel beschikbaar heeft, is voor veel bewonersinitiatieven bijvoorbeeld een hoofdpijndossier.

Toen Zonnig Zieuwent in 2016 begon, was dat probleem er gelukkig nog niet. De energiecoöperatie had dan ook de luxe van keuze. Krabbenborg: “We zijn bij vier leveranciers langsgegaan voor een offerte en hebben er toen expliciet bij gezegd dat we op zoek waren naar een partner for life.”

Met andere woorden: de zonnepanelenleverancier die Zonnig Zieuwent toen koos, werd bij alle zonnedaken ingeschakeld.

De keuze viel uiteindelijk niet op de goedkoopste optie. “De leverancier waar we mee in zee gingen, had vooral de dak-eigenaar maximaal ontzorgd”, aldus Krabbenborg. “Hij plaatste de omvormers bijvoorbeeld in een aparte constructie naast de schuur en had de bekabeling slim over het dak verwerkt. Natuurlijk moet de prijs ook goed zijn (en dat was die ook), maar ontzorging van de dakeigenaar vonden we het allerbelangrijkst. Die moet vijftien jaar lang zo min mogelijk last van ons hebben.”

Een tweede probleem waar energiecoöperaties tegenwoordig steeds vaker mee te maken hebben, is netcongestie. Een gesprek met de netbeheerder was altijd al onderdeel van het to do-lijstje, maar tegenwoordig is die belangrijker dan ooit. Ook Zonnig Zieuwent heeft met netcongestie te maken, vertelt Krabbenborg:

“Grootverbruikzonnedaken (met meer dan 250 zonnepanelen, red.) behoren daarom tot eind 2023 niet meer tot de opties voor ons. Daarna gelukkig wel weer, want dan heeft Liander het elektriciteitsnet in de Achterhoek uitgebreid.”

Hoe omzeilde Zonnig Zieuwent dat probleem? Door in te zetten op een kleinverbruikaansluiting voor teruglevering (3x80 ampère) op het laagspanningsnet. De energiecoöperatie combineerde voor het laatste project twee kleinverbruikdaken (dak zeven en acht) tot één project.

“Bij kleinverbruik is er geen sprake van netcongestie. Hooguit spanningsklachten, die snel door Liander worden opgelost als er sprake van is”, aldus Krabbenborg. “Zo konden we dat probleem omzeilen.”

Hulp inschakelen?

Er komt dus veel kijken bij de realisatie van een coöperatief zonnedak. En veel energiecoöperaties lopen daar tegenaan, merkt Krabbenborg: “Het is een flinke kluif om dit vrijwillig en naast je normale werk te doen. Dat was het altijd al, maar nu meer dan ooit.”

Steeds meer energiecoöperaties uit de Achterhoek schakelen dan ook professionele hulp in van Agem, waar Krabbenborg werkzaam is. Het bedrijf ondersteunt energiecoöperaties tijdens het gehele traject, van eerste idee tot realisatie.

“Ik raad elke energiecoöperatie aan om hulp in te schakelen en dat gewoon te integreren en verrekenen in de businesscase. Want het is echt niet niks”, besluit hij. “Daarnaast kan het ook voordelen opleveren, bijvoorbeeld bij ledenwerving. De professionaliteit die je inschakelt, kan mensen over de streep trekken.”

Bekijk alle artikelen over:

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lees voor meer informatie ons privacybeleid
Lijsten