Het Jetten-proof warmtenet: verschillende vormen om de governance te organiseren

radiator

Minister Rob Jetten kondigde eerder dit jaar aan dat warmtenetten in publiek eigendom moeten komen. De beslissing riep veel vragen op, want: hoe geef je daar lokaal vorm aan? En welke samenwerkingsmodellen tussen overheden, bedrijven en energiecoöperaties behoren nu nog tot de opties? Warmtebedrijf Kelvin en het Gelders Warmte Infra Bedrijf (momenteel in oprichting) brengen mogelijke governance-modellen nu al in de praktijk en lichten die in dit artikel toe.

De warmtenet-ambitie van de rijksoverheid liegt er niet om: 500.000 aansluitingen in 2030 en maar liefst 2,5 miljoen aansluitingen in 2050. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf en het tempo ligt vooralsnog ook te laag. Eén reden daarvoor is de zoektocht naar goede governance-modellen van dergelijke projecten. Of met andere woorden: hoe je het bestuur en de samenwerking binnen warmtenetprojecten lokaal vormgeeft. Van eigendom en zeggenschap tot financieel risico. Dat blijkt niet gemakkelijk en er bestaan veel vragen over. Welke mogelijkheden zien Warmtebedrijf Kelvin en het Gelders Warmte Infra Bedrijf? En hoe brengen ze die in de praktijk?

Kelvin

Warmtebedrijf met een missie

Kelvin is een warmtebedrijf met een missie: zo snel mogelijk duurzame warmtenetten ontwikkelen en uitrollen, die kunnen concurreren met aardgasvrije oplossingen voor individuele huishoudens. Het warmtebedrijf is inmiddels betrokken bij vier projecten (waarvan drie PAW-proeftuinen) waar duurzame warmtenetten in samenwerking met bewonersinitiatieven worden uitgerold. Medeoprichter en directielid Ton Schalkx: “Wij geloven in collectieve warmteoplossingen; één warmtebron met meerdere afnemers. Als je de warmtebron verduurzaamt, verduurzaam je immers heel veel woningen in één keer. We focussen ons daarbij vooral op de bestaande bouw, want daar zit de grootste uitdaging.”

Kelvin identificeert drie pijlers die cruciaal zijn voor succes en snelheid in warmtenetprojecten. Sjors van Hulten, projectontwikkelaar bij het warmtebedrijf: “Dat zijn betrouwbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid. En om daar succesvol vorm aan te geven, is een goede vorm van governance en samenwerking essentieel.”

Brief van Jetten

De brief van Jetten, waarin hij aankondigde dat warmtenetten van 1.500 aansluitingen of meer in publieke handen moet komen, zorgde voor veel commotie in warmtenet-land. Maar wat betekent dat besluit nu echt? “In een notendop: de invloed van publieke partijen wordt hiermee vergroot en geborgd. We kennen dit model natuurlijk al van de elektriciteitsmarkt, waar netbeheerders de infrastructuur al goed beheren. Publieke partijen zijn daarnaast ook vaak kapitaalkrachtige partijen, die de financiële risico’s kunnen dragen”, zegt Schalkx. “Het plan van Jetten kan daarnaast een manier zijn om meer publiek kapitaal in warmtenetten te krijgen, dat is een goede ontwikkeling.”

Maar kanttekeningen ziet hij ook: “Wat is een publieke partij nu precies? Energiecoöperaties worden bijvoorbeeld gezien als private partijen, terwijl ik denk: meer publiek dan de bewoners zelf wordt het niet. En wat als een gemeente een joint venture aangaat met een private partij? Kwalificeert die joint venture dan als publiek? Daar is nog teveel onduidelijkheid over.”

‘Jetten-proof’

Schalkx en Van Hulten zien momenteel drie governance-modellen die lijken te voldoen aan de plannen van Rob Jetten:

  • Een warmtenet van een volledig publiek warmtebedrijf, dat ook volledig eigenaar is van alle assets;
  • Een joint venture die volledig eigenaar is van alle assets, waarbij de publieke partij in de joint venture een meerderheid in zeggenschap heeft;
  • Een warmteketen waarbij de warmtebron, de infrastructuur en de levering zijn opgeknipt en waarbij de infrastructuur in publieke handen is.

“Die drie modellen zien wij vooralsnog als ‘Jetten-proof’”, aldus Van Hulten. “Met als randvoorwaarde bij de laatste twee opties dat er goede contractuele afspraken worden gemaakt over de samenwerking.”

Juiste balans vinden

De grote vraag is natuurlijk: hoe geef je vorm aan dergelijke governance-modellen? En wat komt daarbij kijken? Dat is niet gemakkelijk, weet Van Hulten. “Je zit meestal met drie partijen aan tafel, namelijk marktleverancier, publieke partij en energiecoöperatie. De woningcorporatie is vaak ook nog gesprekspartner, al kan die vanwege het juridische kader niet participeren in het project. Er zit altijd wel een spanningsveld tussen die partijen”, zegt hij. “Iedereen wil invloed kunnen uitoefenen, maar er bestaat vaak een discrepantie tussen wat de betrokken partijen (financieel) kunnen/willen inbrengen en hoeveel zeggenschap ze willen uitoefenen. Hoe vind je daar de juiste balans in? Dat blijkt lastig en daar moet goed over gepraat en onderhandeld worden.”

Van Hulten raadt aan om daar in de opstart- en ontwikkelfase al duidelijke afspraken over te maken. Het gros van de investeringen wordt immers aan de voorkant al gedaan. “In die beginfase worden de kaders van het project geschept en die veranderen gaandeweg niet zomaar. Daar ligt dan ook bij uitstek de mogelijkheid om invloed uit te oefenen. Invloed, zeggenschap, risico, rol en invulling per partij… Dat moet allemaal aan de vóórkant helder zijn.”

Zeggenschap borgen

Vervolgens moet zeggenschap ook geborgd worden. Het is ontzettend belangrijk om ook dat al in de opstartfase te doen. Dat kan op twee manieren, aldus Van Hulten: “Je kan ten eerste contractueel vastleggen hoeveel zeggenschap elke partij heeft. En dat kan verschillen per onderwerp. Een marktleverancier kan bijvoorbeeld de zeggenschap hebben over de betrouwbaarheid van het warmtenet, terwijl een energiecoöperatie of gemeente juist meer zeggenschap heeft over de betaalbaarheid of duurzaamheid van het project.”

Ten tweede kan je het zeggenschap bepalen op basis van participatie in het project. Denk daarbij aan zaken als het procentuele aandeel van de betrokken partijen en/of hoeveel financieel risico ze dragen. Van Hulten: “Zeggenschap is nooit gratis. Partijen leggen eigen vermogen in en ‘kopen’ daarmee als het ware een deel van het zeggenschap. Maar wij adviseren om zeggenschap juist los te koppelen van eigenaarschap. Wanneer je risicodragend kapitaal koppelt aan zeggenschap wordt het namelijk onnodig ingewikkeld. En je wil niet dat één partij (te veel) zeggenschap krijgt over een onderwerp.”

Gelders Warmte Infra Bedrijf

Open warmtenetten realiseren

Gelderse gemeenten willen wel aan de slag met warmtenetten, maar het ontwikkelrisico is (te) hoog en het ontbreekt soms nog aan kennis, kunde en financiële slagkracht. Daarom vroegen verschillende gemeenten de provincie Gelderland om structurele ondersteuning. Het antwoord: de oprichting van het Gelders Warmte Infra Bedrijf (GWIB). De organisatie is een initiatief van Provincie Gelderland, Alliander en Oost NL, als fondsmanager van het Innovatie- en Energiefonds Gelderland (IEG).

Het GWIB wil een samenwerkingspartner zijn voor gemeenten, om gezamenlijk open warmtenetten te realiseren waar warmtebronnen en -leveranciers onder gelijke voorwaarden op kunnen aansluiten. Dat is ook hard nodig, want de warmtetransitie in Gelderland verloopt vooralsnog traag. Jeroen Gierveld, investmanager bij OostNL: “We zitten momenteel op 42.000 aansluitingen, maar willen in 2030 op 120.000 aansluitingen zitten. Er moet nog wel een tandje bij om die doelstelling te behalen, met name in de bestaande bouw.”

Samenwerking met gemeenten

Het GWIB bestaat officieel nog niet, maar de haalbaarheidsstudie werd vorig jaar succesvol afgerond en de businessplannen en statuten liggen ook al (ter besluitvorming) op tafel. Begin volgend jaar hoopt het bedrijf een definitieve go te krijgen voor oprichting, zodat het in de zomer van dat jaar aan de slag kan. Vanaf dat moment wil het GWIB gemeenten kunnen ondersteunen met kennis, kunde, het inbrengen van eigen vermogen en het aantrekken van vreemd vermogen.

De beoogde werkwijze is als volgt: het GWIB realiseert uitsluitend warmtenetten in samenwerking met gemeenten. Daar richten de betrokken partijen gezamenlijk een Lokaal Warmte Infra Bedrijf (of kortweg LWIB) voor op. Het LWIB wordt vervolgens verantwoordelijk voor de realisatie en exploitatie van het warmtenet in kwestie en gaat de benodigde samenwerkingen aan met warmtebronnen en warmteleveranciers. “Het GWIB is er niet op uit om de regierol over te nemen van gemeenten”, benadrukt Roland Bus, projectleider bij Provincie Gelderland. “Die behouden met deze opzet juist veel zeggenschap en eigenaarschap.”

Ondanks dat het GWIB uitsluitend joint ventures aangaat met gemeenten, komen energiecoöperaties niet buiten spel te staan. “Het GWIB focust zich alleen op de infrastructuur en niet op de warmtebron of -levering”, zegt Bus. “Daarom kunnen we uitstekend samenwerken met energiecoöperaties, die binnen het project bijvoorbeeld actief zijn op het gebied van warmtelevering of warmtebron. Wij juichen dat alleen maar toe, want energiecoöperaties zorgen voor enorm veel draagvlak.”

Vele voordelen

Firan, dochter van Alliander, en OostNL richtten samen met drie gemeenten al LWIB’s op, dus de praktijkervaring is er al. Maar in de toekomst moeten er (onder de paraplu van het GWIB) veel meer lokale projecten bijkomen. Het warmte en infrabedrijf bouwt op die manier een portefeuille aan LWIB’s op en dat neemt verschillende voordelen met zich mee. Bus: “Het stelt ons bijvoorbeeld in staat om de kennis en ervaring die we het in ene project opdoen, mee te nemen naar het volgende project.”

“Daarnaast kunnen we schaalvoordeel creëren als het gaat om inkoop, juist omdat we een portfolio van meerdere projecten beheren”, vervolgt hij. “Dat is niet zomaar een vermoeden dat we hebben, maar een uitgewerkt idee dat werd bevestigd in de haalbaarheidsstudie.”

Jetten-proof?

Is de werkwijze van het GWIB ook Jetten-proof? In principe wel. Het warmte infrabedrijf is immers een publieke partij. Maar Bus ziet wel één puntje in de plannen van Jetten dat mogelijk conflicteert met de visie van het GWIB: “Wij willen het liefste open warmtenetten creëren, waar elke warmtebron en -leverancier onder gelijke voorwaarden op mag aansluiten. De verplichte joint venture met een warmteleverancier waar Jetten op stuurt, blokkeert die gedachte.”

Bekijk het webinar

Bovenstaand artikel werd geschreven op basis van een webinar waarin Kelvin en het GWIB hun ervaringen deelden. Kijk de opname hier terug:

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lees voor meer informatie ons privacybeleid
Lijsten