Naar een effectieve lokale energiebesparingsaanpak

energiebespaaraanpak lokaal energiebesparing

Hoe ziet een effectieve lokale energiebesparingsaanpak er uit? En hoe pak je het aan als je met een hele wijk wilt overstappen op een warmtenet of warmtepompen? Dan moeten bewoners vaak eerst energiebesparende maatregelen doorvoeren zodat de warmtevraag van alle woningen in de wijk naar beneden kan. Maar hoe organiseer je dit effectief? En hoe zorg je ervoor dat iedereen uiteindelijk mee gaat? Programmadirecteur Joop Oude Lohuis (gemeente Utrecht), Kees Stap (Energiepaleis) en Katrin Larsen (EnergieRijk Houten) delen hun ervaringen in de succesvolle aanpak die de gemeente en provincie Utrecht hiervoor samen ontwikkelden.

Kennisbestand woningen aanleggen

Joop: “Om particuliere eigenaren te stimuleren energiebesparende maatregelen te nemen, zetten we, afhankelijk van de situatie, drie aanpakken in: een stadsbrede aanpak, een buurtgerichte aanpak en inhaken bij bestaande initiatieven. Om te weten waar welke aanpak voor wie het beste past, zijn we een aantal jaar geleden gestart met het besparingspotentieel en de kennisbasis van het woningbestand van de gemeente Utrecht op orde te brengen. Hoe zien de woningen eruit? Wat is de staat van de woningen? En wie hebben er al energiebesparing toegepast? Daarnaast hebben we de klantreis in beeld gebracht. Wat betekent energiebesparing voor een bewoner? Beide zaken moet je weten voordat je een advies op maat kunt geven. Voor opschaling is die kennisbasis én het vertrouwen van bewoners belangrijk. Het is de taak van de gemeente om alle onderdelen van de klantreis goed te organiseren.”

"Ons advies is altijd: ga in ieder geval ver genoeg zodat je in de toekomst kunt aansluiten op duurzame warmtebronnen. Maar ga ook weer niet zo ver dat je belemmerd wordt door hoge kosten en te veel verbouwgedoe."

Word toekomstproof

Kees Stap is als energieadviseur nauw betrokken bij de Utrechtse aanpak. “Bewoners zitten met honderden vragen. Uiteindelijk gaat het om energiezuinig, comfortabel wonen en een gezond binnenklimaat. Hoe pak ik dat aan en waar moet ik naartoe? Want je wilt ook niet nu investeren in zaken die in de toekomst niet de standaard worden. Ons advies is altijd: ga in ieder geval ver genoeg zodat je in de toekomst kunt aansluiten op duurzame warmtebronnen. Maar ga ook weer niet zo ver dat je belemmerd wordt door hoge kosten en te veel verbouwgedoe. Een extra informatiebron zijn de 300 referentiewoningen die we hebben opgesteld. Particuliere woningeigenaren herkennen hun woning in de voorbeelden.”

Voorbeeldwoning als basis voor advies

De referentiewoningen vormen de basis voor adviseurs en vrijwilligers om mensen aan de keukentafel te krijgen voor een gesprek. “We laten de referentiewoning zien, vertellen het einddoel en laten zien waar we nu staan”, zegt Kees. Om te komen tot het einddoel zijn drie pakketten opgesteld.

  • Laaghangend fruit: welke aantrekkelijke maatregelen kun je direct zonder veel verbouwingsongemak doorvoeren en tegen lage kosten?  
  • Spijtvrij: welke maatregelen vragen meer voorbereiding, maar zijn wel nodig voor extra isolatie van de schil van de woning, wat is daarvoor nodig en wanneer kun je die het beste doen? Hiervoor geldt dat bewoners het beste kunnen aansluiten op natuurlijke momenten. Moet het dak vervangen worden? Breng dan isolatie aan. De meerkosten en het gedoe vallen dan vaak mee.
  • Warmteafgifte: welke veranderingen zijn nodig om op duurzame bronnen aan te kunnen sluiten? Bijvoorbeeld radiatoren vervangen door lage temperatuur convectoren. Daar hoef je pas besluiten over te nemen zodra de schil op orde is én als je weet of een buurt bijvoorbeeld kiest voor een warmtenet.

Kees: “Oudere woningen starten vaak bij laaghangend fruit, terwijl woningen gebouwd na de jaren ’80 en ’90 bij de spijtvrije schil of zelfs een ander warmteafgiftesysteem kunnen beginnen.”

Energieadvies op maat

De klantreis wordt ingezet om te achterhalen welke onderwerpen altijd terugkomen bij bewoners. Kees: “Het startpunt is een energieadvies op maat. We brengen de woning in kaart zodat de woningeigenaar snapt hoe de woning in elkaar zit en welke energiebesparende maatregelen daarbij passen.” Zo’n advies op maat is in één dagdeel afgerond. “We kijken altijd naar de specifieke wensen van klanten en of het mogelijk is om bij initiatieven in de omgeving aan te haken. Na zo’n advies weten alle bewoners wat er nodig is om de woning klaar te maken voor een duurzame toekomst. Iedereen kan vaak zelf beginnen op het gebied van laaghangend fruit. Bij Spijtvrij en ander warmteafgiftesysteem is misschien wat meer hulp nodig. Hiervoor zijn energieregisseurs die we samen met de Hogeschool Utrecht opleiden.” Zo’n lokale regisseur adviseert ook lokale aannemers en installateurs hoe ze maatregelen kunnen uitvoeren, zodat het past in het overall plan van de woningeigenaar.

Succesvolle praktijkvoorbeelden

In de provincie Utrecht zijn Energierijk Houten en Stichting Energie Zeist koplopers in het stimuleren van energiebesparing. Energierijk Houten is een combinatie van 50 vrijwilligers en 2 professionals die bewoners ondersteunen en ontzorgen met bijvoorbeeld collectieve inkoopacties. De organisatie maakt hiervoor gebruik van de energievoorbeeldwoningen en kiest voor wijkaanpakken. Stichting Energie Zeist telt 5 professionals en 40 vrijwilligers die in een hybride vorm met elkaar samenwerken en daarbij gebruikmaken van de klantreis. De gemeente heeft hiervoor budget ter beschikking gesteld en er zijn resultaatafspraken gemaakt. Voor beide organisaties geldt dat het uitgangspunt is: zonder bewoners geen opschaling. Belangrijke elementen voor succes zijn:

  • Er is structureel budget aanwezig voor initiatieven.
  • Er wordt gewerkt in een hybride organisatievorm met professionals en vrijwilligers. Dit zorgt voor continuïteit van het initiatief.
  • Professionals vervullen de rollen van administratie, communicatie en organisatie.
  • Organisaties werken op een laagdrempelige manier met nadruk op persoonlijk contact. Vrijwilligers hebben hier een belangrijke rol in door heel lokaal (bijvoorbeeld in de straat of wijk) bewoners te enthousiasmeren. De eerste fase is contact, pas daarna komt techniek aan bod. Dat geeft vertrouwen.
  • Organisaties spelen een onafhankelijke rol in de ondersteuning van bewoners. 
  • Bewoners op weg helpen richting eigenaarschap van hun verduurzamingsproces.  
  • Een persoonlijke aanpak richting bewoners en duidelijke communicatie. Dat is ook essentieel voor opschaling.
  • Organisaties informeren, ondersteunen én ontzorgen bewoners in het verduurzamen van hun woning. Ze verbinden bewoners met besparingsopties en -aanpakken.
  • Een vaste plek waar bewoners zich kunnen laten informeren en inspireren (geldt alleen voor Stichting Energie met een lokaal  Energiecentrum).
  • Er is samenwerking tussen civiele, publieke en private partijen.

Conclusie

De kern van een succesvolle aanpak zit in het winnen van vertrouwen bij bewoners en ze vervolgens ondersteunen met een goed georganiseerde community van lokale energieregisseurs, betrokken ondernemers/specialisten, de gemeente en bewonersinitiatieven. De klantreis en herkenbare renovatievoorbeelden zijn belangrijke middelen om met open vizier het gesprek aan te gaan met bewoners. Last but not least: opereer lokaal en sluit aan bij lokale initiatieven!

Dit artikel is gebaseerd op de sessie 'Naar een effectieve lokale energiebesparingsaanpak' tijdens het Evenement HIER opgewekt op 30 maart 2022.

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lees voor meer informatie ons privacybeleid
Lijsten