PBL: Woning naar electric financieel onaantrekkelijk

raam

De woning verduurzamen is voor vrijwel geen enkele eigenaar-bewoner haalbaar, als woonlastenneutraliteit het uitgangspunt is. Zonder aanvullend beleid zal de bijdrage van huiseigenaren aan het halen van het Klimaatakkoord fors minder zijn dan waar de overheid nu mee rekent. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving in het rapport ‘Woonlastenneutraal koopwoningen verduurzamen, Verkenning van de effecten van beleids- en financieringsinstrumenten’.

Financiële haalbaarheid berekend voor verschillende typen huishoudens

Het onderzoek kijkt met name naar de financiële haalbaarheid voor een eigenaar/bewoner van het energieneutraal maken van een tussenwoning door isolatie naar label B plus een warmtepomp en voldoende zonnepanelen. Een opvallend verschil met het Klimaatakkoord. Daar wordt namelijk gestreefd naar klimaatneutraliteit en ook gekeken naar oplossingen zoals warmtenetten, groen gas en duurzame stroom van elders.

Interessant is dat het rapport onderscheid maakt tussen maar liefst twintig verschillende typen huishoudens: alleenstaand, paar, paar met kinderen, éénoudergezin, en dan ook nog vijf leeftijdscategorieën. Dat is waardevol omdat al deze verschillende huishoudens een verschillend gasverbruik hebben.

Wat kost het om je woning te verduurzamen?

Het onderzoek gaat uit van het volgende kostenplaatje:

  • Van label G naar energieneutraal: isolatie, dubbel gas, luchtwarmtepomp, LT-radiatoren en zonnepanelen €30.000 + €520 per zonnepaneel (maximaal 26);
  • Van label D naar energieneutraal: isolatie, dubbel glas, luchtwarmtepomp, LT-radiatoren en zonnepanelen  €25.000 + €520 per zonnepaneel;
  • Van label B naar energieneutraal: luchtwarmtepomp, LT-radiatoren en zonnepanelen €15.000 + €520 per zonnepaneel;
  • Van label G naar Nul-op-de-Meter: verdergaande isolatie, triple glas, luchtwarmtepomp, warmte-terugwininstallatie en zonnepanelen €60.000 + €520 per zonnepaneel;

Het aantal zonnepanelen is afhankelijk van het stroomverbruik voor verwarming plus bestaand stroomverbruik. Energieneutraal betekent hier dat er voor gebouwgebonden energieverbruik (bijvoorbeeld verwarming en ventilatie) jaarlijks net zoveel stroom wordt opgewekt als verbruikt. Nul-op-de-Meter betekent dat het totale energieverbruik (dus ook voor apparaten in huis) wordt opgewekt in de woning. Om dat te bereiken is doorgaans betere isolatie en ventilatie nodig.

Conclusies van het onderzoek

De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat met de huidige subsidies en regelingen het verduurzamen voor vrijwel niemand rendabel is: niet veel huishoudens zullen hun woning kunnen verduurzamen zonder hun totale woonlasten te verhogen.

Salderingsregeling van grote invloed

PBL concludeert ook dat de huidige salderingsregeling  een grote impact heeft op de berekening. Op dit moment mogen huishoudens die stroom opwekken nog gebruik maken van de salderingsregeling: stroom die op zonnige zomerdagen wordt opgewekt, mag worden weggestreept tegen de stroom die ‘s avonds en in de winter wordt verbruikt. Bij energieneutrale woningen gaat het al snel om 80% van de opgewekte stroom of meer. De salderingsregeling gaat echter veranderen. Daarom heeft PBL drie invullingen van deze regeling doorgerekend, namelijk: de huidige situatie, een salderingsregeling in aangepaste vorm, en het volledig afschaffen van de salderingsregeling.

Isolatie verdient zichzelf vaak niet terug

Heel opvallend is dat het PBL stelt dat investeringen in isolerende schilmaatregelen eigenaren-bewoners financieel te weinig opleveren. Dat staat haaks op de gangbare opvatting dat isolatie van muur, dak en vloer zich binnen een paar jaar terugverdienen. Eigenaren-bewoners die wonen in een woning met label G moeten volgens het PBL zo’n €15.000 investeren om een ‘schilsprong’ tot label B te maken. De besparing op de energierekening weegt onder de huidige energieprijzen niet op tegen de stijgende woonlasten, zelfs niet wanneer er met 0 procent rente zou kunnen worden gefinancierd.

Gebouwgebonden financiering helpt waarschijnlijk niet

Het oorspronkelijke doel van het onderzoek was om te analyseren of de gebouwgebonden financiering een bijdrage kan leveren aan het versnellen van de verduurzaming van de Nederlandse koopwoningvoorraad. De conclusie is dat dit niet waarschijnlijk is. Het PBL heeft gerekend met een rentetarief van 2%, ongeveer de huidige hypotheekrente. Wanneer dergelijke investeringen in de toekomst met een gebouwgebonden financiering moeten worden gedaan, zal de rente hoogstwaarschijnlijk hoger zijn. De gebouwgebonden financiering is immers een achtergestelde lening; er is geen sprake van een onderpand, zoals bij een hypotheek wel het geval is. De risico’s voor de geldverstrekker zijn daardoor hoger. Daar komt bij dat het de bedoeling is dat de betaalde rente, in tegenstelling tot de hypotheekrente, niet aftrekbaar is.

Lees het hele rapport

Download of bezoek de website van het PBL.

Bekijk alle artikelen over:

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lees voor meer informatie ons privacybeleid
Lijsten