Statuten als fundament van een coöperatie

Statuten als fundament van een coöperatie

De essentie van een coöperatie is het delen van verantwoordelijkheden en het gezamenlijk werken aan de realisatie van doelen. De statuten vormen de basis waarop een levendige en vitale organisatie kan worden gebouwd. Lex Hoefsloot van Vallei Energie is lid van het HIER opgewekt kenniscluster Coöperatie-ontwikkeling en onderzocht tientallen statuten van energiecoöperaties om te achterhalen waar statuten aan moeten voldoen. Hij concludeert dat een initiatief voor zichzelf minimaal vier vragen goed moet beantwoorden om tot statuten en reglementen te komen die ook een aantal jaar later nog fier overeind staan.

Vraag 1: Wat wil je uiteindelijk bereiken?

Hoefsloot: “Elke initiatiefgroep start met nadenken over haar doelstellingen. Het verschilt enorm wat Nederlandse coöperaties willen bereiken. Sommige kiezen voor een zeer brede maatschappelijke doelstelling, andere initiatieven beperken zich tot de energietransitie en weer andere maken dáárin duidelijke keuzes. Bijvoorbeeld (voorlopig) alleen zonne-energie of één windmolenpark. Je doelstelling heeft natuurlijk weer grote invloed op de reglementen en statuten die je kiest.”

Vraag 2: Welke organisatie past bij jouw doelstelling?

“Je doelstelling en de wijze waarop je die wilt bereiken, bepalen of je het beste een coöperatie, een stichting of een BV kunt oprichten. Kies je voor een coöperatie, dan kies je voor samenwerking met mensen. Dit is een organisatievorm waarmee je op democratische wijze je doel kan realiseren. Een coöperatie levert meer draagvlak op, maar kan gepaard gaan met tragere besluitvorming. Bij bijvoorbeeld een stichting staat het doel veel meer centraal, samenwerking is hier van ondergeschikt belang.”

Vraag 3: Wie mogen er lid worden?

“Energiecoöperaties zijn vaak lokale initiatieven. Moeten leden dan verplicht in een bepaalde gemeente of postcoderoos wonen? Is het betalen van contributie de enige eis of verplicht je ze ook energie of diensten af te nemen of te leveren aan de coöperatie? Moeten ze naast de jaarlijkse contributie inleggeld betalen als ze lid worden?

Dit soort zaken moeten allemaal in de statuten staan. Onderscheidend hierin is of je je bedrijfsdoel of je maatschappelijk doel voorop zet. In het laatste geval past een gewone vereniging misschien beter bij jou.

Coöperaties die de bedrijfsontwikkeling centraal stellen, beperken vaak het lidmaatschap door meer eisen te stellen. Bijvoorbeeld op het gebied van energieafname. Het een is uiteraard niet beter of slechter dan het ander.”


"Kies je voor een coöperatie, dan kies je voor samenwerking met mensen"

- Lex Hoefsloot (Vallei Energie)

Vraag 4: Hoe richt je je bestuur in en hoe houd je hierop toezicht?

“In je statuten regel je de uitgangspunten en kaders van je coöperatie. Beginnende coöperaties denken vaak onvoldoende na over bestuur en toezicht, terwijl het heel belangrijk is dat dit serieus gebeurt.

Je moet bijvoorbeeld bepalen voor welke onderwerpen het bestuur goedkeuring nodig heeft van de algemene ledenvergadering. Beperk je dit tot het wettelijk minimum van één keer per jaar om de jaarrekening af te kaarten? Of meerdere keren per jaar om bijvoorbeeld de begroting, grotere investeringen of nieuwe projecten goed te keuren?

Neem in je statuten ook altijd de mogelijkheid op voor een Raad van Toezicht. Deze raad hoeft er niet vanaf het begin te zijn, maar de mogelijkheid om deze op te starten moet er dan al wel zijn. Dit is praktisch voor als er te zijner tijd meerdere projecten gaan lopen en het besturen ervan risicovoller wordt. Het bestuur en de coöperatie hebben baat bij dit toezicht, omdat toezichthouders - soms ook van buiten de organisatie - een waardevol klankbord vormen en daarmee de kwaliteit van de besluitvorming verbeteren.

Het is ook verstandig om direct in de statuten op te nemen dat het bestuur na ongeveer twee jaar moet worden herkozen. Het bestuur van de startfase is niet altijd het meeste geschikte bestuur als je een aantal jaar verder bent. De gewenste vaardigheden zijn dan vaak anders.

Door op te nemen dat het zittende bestuur verplicht moet opstappen, zorg je ervoor dat de (eventuele) wisseling van de wacht op ‘natuurlijke’ wijze plaatsvindt. Uiteraard kan het zittende bestuur altijd herkozen worden, maar dat is geen zekerheid.”

Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van Gerwin Verschuur (Thermo Bello), Lex Hoefsloot (Vallei Energie) en Rene Clumpkens (Zuidbroek).

Lees ook:

Bekijk alle artikelen over:

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lees voor meer informatie ons privacybeleid
Lijsten