bewoners aan tafel

Voorbereiding van de wijkaanpak

Voordat je begint aan een wijkaanpak, is het belangrijk om een helder beeld te krijgen van wat je wil bereiken en wie je daar in eerste instantie bij betrekt. Het is ook belangrijk om duidelijk te kunnen verantwoorden waarom je als gemeente in een bepaalde wijk aan de slag gaat. Wat is er bijvoorbeeld al bekend over het lokale beleid, welke partijen gaan vrijwel zeker een rol spelen, en wat wordt de aanpak om samen tot een goed plan te komen?

In deze fase van het stappenplan ligt meer nadruk op het inwinnen van informatie dan op het uitvoeren van concrete stappen.

  • Het resultaat van een goede voorbereiding is dat je met vertrouwen de oriëntatiefase kunt starten.

Klap de stappen hieronder uit voor meer informatie. 

Onderbouwing van keuze wijk

Waarom start je in een bepaalde wijk, en niet in een andere? Het is belangrijk om daar een goede afweging voor te maken waarbij technische, financiële, sociale of vooral praktische zaken een rol kunnen spelen. En als je al weet in welke wijk je gaat starten, is het nuttig om goed uit te kunnen leggen waarom je dit doet. Hieronder vind je de belangrijkste overwegingen.

Relatie met de Transitievisie Warmte

In de Transitievisie Warmte moeten gemeenten aangeven in welke wijken zij tot en met 2030 aan de slag gaat, hoeveel woningen en andere gebouwen tot en met 2030 worden geïsoleerd en/of aardgasvrij gemaakt, welke alternatieve warmtevoorzieningen kansrijk zijn en welk warmtealternatief de laagste nationale kosten heeft. Idealiter kijkt de gemeente verder naar de toekomst, zodat alle bewoners een beeld hebben van de meest kansrijke nieuwe warmtevoorziening van hun wijk.

In het wijkuitvoeringsplan (WUP) volgt een concretisering van de Transitievisie Warmte. In het WUP komt per wijk te staan op welk (collectief) duurzaam alternatief de betreffende wijk overgaat en per wanneer. Ook staat er welke maatregelen nodig zijn om tot de gewenste situatie te komen. Het WUP moet ook aangeven welke isolatiemaatregelen nodig zijn en welke kenmerken de binneninstallatie en ventilatie van gebouwen moeten hebben om ze met de nieuwe warmtebron te kunnen verwarmen. Daarnaast geeft het WUP een totaaloverzicht van de stappen die door alle betrokken partijen moeten worden gezet om de isolatieaanpak en/of om het gekozen alternatief voor aardgas voor een wijk te realiseren. Verder is het belangrijk om bij het WUP ook een helder en communicatieplan te hebben, want de uitvoering in de wijk is veel meer dan alleen de technische en financiële aspecten. 

De gemeente moet uiteindelijk het alternatief voor aardgas juridisch vastleggen in het Omgevingsplan. Ook moeten in het Omgevingsplan regels worden gesteld over de beëindiging van bestaande gasaansluitingen van gebouwen.

Technische overwegingen, kansrijke alternatieven

Er kunnen goede technische redenen zijn om in een bepaalde wijk te starten. De eerste is dat het gasnet binnen tien jaar moet worden vervangen. De tweede is dat (een groot deel van) de wijk wordt gerenoveerd. Een derde reden kan zijn dat de riolering moet worden vernieuwd en dat dit kan worden gecombineerd met de aanleg van een warmtenet. Een vierde reden is dat in elke analyse één bepaalde oplossing als duidelijke beste keuze eruit komt.

De startanalyse van PBL biedt gemeenten een hulpmiddel bij het maken van een passende keuze om aardgasvrij te worden. Het is een technisch-economische analyse van vijf aardgasloze warmtestrategieën en geeft voor vijf hoofdstrategieën op buurtniveau de nationale kosten weer. De vijf strategieën zijn:

  1. de individuele elektrische warmtepomp
  2. een warmtenet met midden- tot hoge temperatuur bron
  3. een warmtenet met lage temperatuur
  4. hernieuwbaar gas met een hybride warmtepomp
  5. hernieuwbaar gas met HR-ketel

De Handreiking voor lokale analyse van het ECW is bedoeld om de Startanalyse aan te vullen om zo tot een specifieke, lokale analyse te komen. Lokaal is mogelijk meer kennis beschikbaar over de beschikbaarheid van warmtebronnen, de tijdige beschikbaarheid van energie-infrastructuur, specifieke informatie over de mogelijkheden van geothermie, eventuele beschikbaarheid van groen gas in de regio, de investeringskosten in nieuwe infrastructuur, kansen om de aanleg van nieuwe infrastructuur te koppelen aan andere infrastructuur en de omvang en de aard van de warmtevraag van utiliteitsgebouwen.

Het ECW heeft daarnaast factsheets opgesteld van de verschillende technieken.

Leer van de proeftuinen

Via het Dashboard proeftuinen van het Programma Aardgasvrije Wijken kun je achterhalen welke proeftuinen voor een specifieke technische oplossing heeft gekozen. Door op de kaart te klikken is alle beschikbare informatie te vinden over het plan en de voortgang van het project. Dit biedt een goed eerste inzicht in de onderwerpen die van belang zijn bij de keuze van een bepaald alternatief.

De netbeheerder beschikt ook over waardevolle data en kennis over het energiesysteem en de -infrastructuur, waar gemeenten hun voordeel mee kunnen doen. Netbeheer Nederland licht in een publicatie toe hoe de netbeheerder de gemeente kan ondersteunen bij het opstellen van de Transitievisie Warmte.

Zie ook: Uitkomst beste aardgasvrij-oplossing per wijk afhankelijk van gekozen aannames bij technisch-economische analyse.

Sociale overwegingen

Ook kunnen sociale overwegingen een rol spelen om in een wijk te starten. De belangrijkste redenen zijn:

  • Er is een bewonersinitiatief dat voortvarend aan de slag wil. Je vindt veel voorbeelden van bewonersinitiatieven op HIER opgewekt.
  • (Een groot deel van) de wijk is in handen van woningcorporaties. Dit is financieel vaak relatief goed haalbaar, onder andere door het Startmotorkader van Aedes en warmtebedrijven. Daarbij hoort ook de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen, waarmee het Rijk maximaal €5000 subsidie op een warmtenetaansluiting subsidieert.
  • Er is veel energiearmoede waardoor er veel te winnen valt.
  • Er zijn juist veel hoge inkomens in de wijk, waardoor er waarschijnlijk ruimte is voor bewoners om te investeren.

Organisatie en planning

Een gemeente is nog niet ingericht op wijken aardgasvrij maken. Vaak moet er in de eigen organisatie nog een flinke slag gemaakt worden om goed met alle relevante domeinen samen te kunnen werken. En ook de samenwerking met andere partijen is anders dan gemeenten gewend zijn. Hieronder vind je zaken die belangrijk zijn om over na te denken.

Fasering van de wijkaanpak

Voordat je de wijk ingaat, zijn natuurlijk nog veel details onbekend. Eén van de weinige dingen die wel al vaststaan, is dat het een complext proces wordt dat naar schatting gemiddeld acht jaar duurt. Het is nuttig om scherp te hebben wat op hoofdlijnen de fasering van dat proces wordt. Ook kun je deels al vooruitblikken op welke activiteiten bij welke fase horen, en bij welk resultaat een fase wordt afgesloten en de volgende start.

Je kunt de wijkaanpak opdelen in vier fasen:

  1. De oriëntatiefase
    Het resultaat van deze fase is een duidelijk voorkeursalternatief, en betrokken en geïnformeerde bewoners.
  2. De ontwikkelfase
    Het resultaat van deze fase is een compleet technisch en financieel plaatje, een concreet aanbod aan bewoners, en een door de gemeenteraad vastgesteld uitvoeringsplan.
  3. De realisatiefase
    Het resultaat van deze fase is een wijk die aardgasvrij of aardgasvrij-ready is gemaakt op basis van het uitvoeringsplan.
  4. De gebruiksfase
    Het resultaat van deze fase is een aardgasalternatief dat naar tevredenheid gebruikt en geoptimaliseerd wordt.

Het stappenplan dat je nu leest is op deze fasering gebaseerd. Lees meer over de fasering van de wijkaanpak en welke uitdagingen er spelen in onze brochure De wijkaanpak in de praktijk.

De regierol die je als gemeente kiest

De gemeente heeft de regie in de warmtetransitie, en het is belangrijk om te kiezen hoe je die rol invult. Wel kun je per wijk verschillende regierollen kiezen. De regierol kan ook per fase van de wijkaanpak verschillen.

De G4, TNO en Platform31 hebben in een publicatie drie hoofdtypen van regisseren gedefinieerd aan de hand van hun eigen ervaringen:

  1. Besturen (top-down / sturend, coördinerend en uitvoerend)

Gemeente en systeemstakeholders ontwerpen het nieuwe energiesysteem. Dit kan op zowel gemeente- als wijkniveau. Het grote plan is leidend, en initiatieven die daar niet tussen passen krijgen geen vergunning. Besluiten hebben grote impact. Maar er is veel potentie tot snelheid, schaalbaarheid, beheersbaarheid en technisch functioneren. Een belangrijk risico is wel de onzekerheid over of het nieuwe systeem wordt geaccepteerd, bijvoorbeeld door bewoners. 

  1. Laveren (bottom-up / faciliterend, informerend, en achteraf reparend)

De gemeente beweegt mee met lokale ontwikkelingen. Er is netwerksturing, en door het mogelijk maken en ondersteunen van initiatieven wordt de transitie vormgegeven. Deze regierol zorgt voor draagvlak, en stakeholders zijn snel tevreden. Maar gebrek aan snelheid en robuustheid is een risico.  

  1. Navigeren (top-down biedt kader voor bottom-up / sturend en monitorend)

Een regierol die tussen de eerste twee in zit. Hierbij wordt een helder kader wordt geboden dat initiatieven de ruimte biedt de transitie vorm te geven. Kaders en spelregels zijn er om de transitie te versnellen en binnen de perken te houden.  

regierollen aardgasvrij

Capaciteit, kennis en kunde bij de gemeente

Vaardigheden in de organisatie

Het is belangrijk om in beeld te hebben welke kennis en vaardigheden er nodig zijn voor de wijkaanpak, en of je deze als gemeente in huis hebt. Wat van de gemeente gevraagd wordt, hangt samen met de regierol die wordt gekozen. Wanneer een bewonersinitiatief of woningcorporatie bijvoorbeeld een grote rol speelt, zal de inzet van ambtenaren er anders uitzien dan wanneer het vooral gaat om eigenaar-bewoners die door de gemeente individueel benaderd worden. En verschillende fasen vragen vaak om verschillende kwaliteiten van ambtenaren en samenwerkingspartners.

Kennis en kunde die niet in huis is, kan ingehuurd worden. Dit betekent echter wel dat deze daarna weer uit de organisatie verdwijnt terwijl je als gemeente de komende 30 jaar nog met de warmtetransitie bezig bent. Het is daarom belangrijk om goed na te denken over de keuzes die je maakt op dit gebied. Dit vraagt niet alleen een mening van een of enkele ambtenaren, het is ook belangrijk dat het bestuurlijk niveau hier een visie op heeft.

Per wijk acht jaar lang twee fte nodig

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft onderzoek gedaan naar uitvoeringskosten die decentrale overheden krijgen door de afspraken uit het Klimaatakkoord. Uit het rapport blijkt dat de wijkgerichte aanpak het meeste werk kost. De berekening gaat uit van gemiddeld tussen de 650 en de 950 woningen per wijk, en de ambitie dat in 2030 een ritme is bereikt waarmee jaarlijks 200.000 woningen wordt verduurzaamd. Er is twee jaar en ongeveer 1.5 fte per jaar nodig voor het opstellen van het uitvoeringsplan en zes jaar en ongeveer 2 fte voor de uitvoering. Lees hier verder.

Het Rijk heeft inmiddels besloten € 800 miljoen voor de komende jaren te reserveren voor de opbouw van voldoende capaciteit bij gemeenten. Hoe dit het meest effectief kan worden ingezet moet medio 2022 duidelijk worden.

Integraal samenwerken

Een grote uitdaging van de wijkaanpak is dat een gemeente hier integraal aan moet werken. Binnen de gemeente zijn de verschillende afdelingen vaak ontzettend vaardig. Sommige mensen zijn erg goed in het uitvoeren van fysieke projecten, anderen in participatie, en weer anderen in energiebeleid. Voor een wijkuitvoeringsplan moeten deze mensen allemaal samenwerken op een schaal en manier die voor hen nieuw is. Dat gaat over budgetten, projecten, wethouders en teams heen. Het is belangrijk om intern de samenwerking zo in te richten dat je niet langs elkaar heen werkt en daardoor later in de problemen komt.

Samenwerken met een bewonersinitiatief

Er ontstaan steeds meer initiatieven van bewoners die een rol willen spelen bij het verduurzamen van hun buurt, wijk of dorp. De motivatie va deze bewonersinitiatieven is vaak om verduurzaming te versnellen, sociale cohesie te versterken, energie armoede aan te pakken, meer grip te krijgen op veranderingen in hun eigen leefomgeving, of een combinatie van die dingen.

De uitzonderlijke rol van zulke bewonersinitiatieven ten opzichte van de andere betrokken partijen heeft zich in de praktijk al vaak bewezen. Bewonersinitiatieven zijn beter in het bereiken van de rest van de buurt. Ze dragen bij aan een hogere bewonerstevredenheid bij de collectieve wijkaanpak. Bewonersinitiatieven kunnen als belangenbehartiger van de buurt optreden waarbij ze invloed op het proces en product hebben. Tenslotte pakken op tientallen plekken bewonersinitiatieven hun rol bij de totstandkoming van het wijkuitvoeringsplan. Op steeds meer plekken zijn ze daarbij zelfs in de lead voor een nieuwe coöperatieve warmteoplossing.

Ga op tijd in gesprek

Tegelijk heb je als gemeente verantwoordelijkheden zoals dat iedereen mee kan doen, er een bronnenstrategie voor alle wijken is, en de oplossing met de laagste maatschappelijke kosten wordt nagestreefd. Mogelijk heb je ook al opvattingen over wie eigenaar moet zijn van warmtenetten of hoe een goed participatieproces eruit ziet. Het is goed om in een vroeg stadium met bewonersinitiatieven over zulke onderwerpen in gesprek te gaan. Zo voorkom je dat pas later in het proces blijkt dat jullie perspectieven niet op elkaar aansluiten.

Leg samenwerkingsafspraken vast

Het is belangrijk dat je weet wat je als gemeente en bewonersinitiatief van elkaar kunt verwachten. Leg daarom samenwerkingsafspraken vast op papier. HIER onderzocht met de Participatiecoalitie het effect van het vastleggen van samenwerkingsafspraken. Zowel gemeenten als bewonersinitiatieven gaven aan dat dit een belangrijke stap in het proces is.

Je kunt de samenwerking op verschillende manieren vastleggen. Vaak gebeurt dit door middel van financiële afspraken (subsidies en opdrachtverstrekkingen), een samenwerkings- of intentieovereenkomst, of in een beleidsstuk zoals de Transitievisie Warmte. Vooral financiële ondersteuning van een bewonersinitiatief zorgt er in de praktijk voor dat concreet wordt wie waarvoor verantwoordelijk is. Tegelijk legt dit de samenwerking vaak voor de korte termijn vast. Voor een goede, langdurige relatie is het daarom ook belangrijk om te kijken naar andere vormen van overeenkomsten.

Zie bijvoorbeeld:

Samenwerken met andere partijen

Samenwerkingen vragen veel aandacht

De voortgangsrapportage van het Programma Aardgasvrije Wijken 'Monitor 2021' concludeert dat gemeenten veel tijd investeren in het grondig verkennen van de voor- en nadelen van de verschillende governancemodellen en in het vormgeven van de samenwerking met partners en bewoners. Het vinden van de optimale balans tussen regie houden, aanvaardbare financiële risico’s voor alle betrokkenen en betaalbaarheid voor bewoners is maatwerk. Een belangrijk knelpunt is dat de benodigde gemeentelijke bevoegdheden nog ontbreken, waardoor er nog te veel vrijblijvendheid is. De wet die gemeenten de bevoegdheid geeft om het gasnet te verwijderen is bijvoorbeeld nog onderweg en waarschijnlijk per 2024 van kracht. Daarnaast ontbreken landelijke uitgangspunten om de verdeling van de kosten, baten en risico’s te vergemakkelijken.

Samenwerking met de netbeheerder

Samenwerking met het netwerkbedrijf is belangrijk omdat veel technische oplossingen ook de medewerking van het netwerkbedrijf vereisen. Zie ook:

Samenwerking met woningcorporaties

In de praktijk kiezen gemeenten er vaak voor om te starten in wijken met veel woningen van woningcorporaties. Hiervoor is een apart financieringsprogramma ontwikkeld, het Startmotorkader. Woningcorporaties hebben een eigen planning, die niet altijd aansluit bij de gemeentelijke plannen. De afschaffing van de verhuurdersheffing is een belangrijke stap in de goede richting, omdat dit de corporaties meer armslag geeft om woningen beter te isoleren. Daarnaast werkt het Rijk aan landelijke afspraken met woningcorporaties over de wijze waarop optimaal kan worden aangesloten bij de wijkaanpak.

Het formele proces en participatie

Er is al het één en ander duidelijk over welke wettelijke kaders er gelden wanneer een wijk aardgasvrij moet worden. In sommige gevallen gaat dit over bestaande wetten, in ander over wetten die de komende jaren van kracht zullen worden. Daarnaast is er nog ruimte om het formele proces lokaal vorm te geven. Hieronder vind je relevante wetten en handvatten om lokaal beleid vorm te geven.

Participatie bij aardgasvrije wijken: nieuw en anders

Bewonersparticipatie in een wijkaanpak aardgasvrij is nieuw voor gemeenten. Het is wezenlijk anders dan traditionele participatieprocessen waarbij bewoners inspraak hebben bij aanpassingen aan de openbare ruimte. Het aardgasvrij maken van woningen gebeurt voor een belangrijk deel achter de voordeur, en daar zijn bewoners zelf de baas. Wel is er een onderscheid te maken tussen participatie bij de planvorming, en participatie bij de uitvoering.

Participatie bij de planvorming

In de oriëntatiefase van een wijkaanpak werk je aan een plan dat in de ontwikkelfase voorzien wordt van meer details, een kloppend financieel plaatje, en afspraken met uitvoerders. Bij het opstellen van dit plan vinden sommige bewoners het belangrijk om intensief betrokken te zijn, terwijl anderen het voor dit moment voldoende vinden om geïnformeerd te zijn. Uit onderzoek van HIER blijkt dat bijna de helft van de bewoners in deze fase ten minste geraadpleegd wil worden. Ruim 20% geeft aan intensiever betrokken te willen zijn, bijvoorbeeld in een klankbordgroep of als actief lid van een bewonersinitiatief.

Participatie bij de uitvoering

Bij de uitvoering participeert de gemeente (of een andere partij) eigenlijk in het project van een bewoner om zijn of haar huis te verduurzamen. Alleen communiceren met bewoners is daarbij niet genoeg. Ze moeten immers zelf handelingen verrichten zoals planningen met bedrijven afstemmen, de voordeur open doen, bedrijven opdrachten verlenen. Je zou kunnen zeggen dat het hier niet meer gaat om participatie maar om een samenwerking tussen de gemeente, bewoners en bedrijven. Het is belangrijk om dit te beseffen. Want uiteindelijk moet iedereen in de wijk meedoen, en dat vraagt om een zorgvuldig proces met veel aandacht voor bewoners.

Uiteindelijk één op één contact met alle huishoudens

Een belangrijke les uit de proeftuinen van het Programma Aardgasvrije Wijken, is dat uiteindelijk bij alle bewoners aangebeld moet worden. Op woningniveau moet helder zijn wat het aanbod uiteindelijk is, welke maatregelen daar precies bij horen, en hoe dat gefinancierd wordt. Het is nuttig om het participatie- en communicatieproces van begin tot eind zo in te richten dat het aantal huisbezoeken zo beperkt mogelijk blijft, maar wees je ervan bewust dat het in alle gevallen een omvangrijk project is.

Besluiten van de raad en de basis waarop

Gemeenteraad gaat over ingrijpende besluiten

De gemeenteraad moet een aantal besluiten formeel volgens de nieuwe Omgevingswet vastleggen in een omgevingsplan. Zo moeten in het omgevingsplan regels worden gesteld over de beëindiging van bestaande gasaansluitingen van gebouwen. De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie, die naar verwachting in 2024 zal ingaan, zal de gemeenteraad de bevoegdheid geven om het gasnet in een wijk af te sluiten als sluitstuk van het wijkuitvoeringsplan (als er gekozen is voor all electric of een warmtenet). 

Een belangrijke vraag daarbij is natuurlijk wat een gemeenteraad nodig heeft om een dergelijk ingrijpend besluit te kunnen nemen. Ter vergelijking: bij woningcorporaties is wettelijk vastgelegd dat de corporatie pas een ingrijpende verbouwing mag doen als 70% van de huurders daarmee akkoord is. Dat is een heldere procedure. Het Rijk vindt het niet nodig om instructieregels voor een zorgvuldige besluitvormingsprocedure op te nemen. Ze ziet dit als de verantwoordelijkheid van de gemeente zelf. Het lijkt verstandig dat de gemeenteraad in een vroeg stadium helderheid geeft over de eisen die ze stelt aan een plan voordat het goedgekeurd wordt. 

Een tweede vraag is hoe de besluitvorming in de gemeenteraad zich verhoudt tot het proces van een bewonersinitiatief in de wijk of het dorp.

De besluitvorming is wezenlijk anders dan de meeste andere onderwerpen waar een gemeenteraad over beslist, omdat een woningeigenaar de baas is in de eigen woning en bijvoorbeeld niet snel door de gemeente kan worden verplicht zich aan te sluiten op een warmtenet. 

Rechten van bewoners

In Nederland hebben bewoners als burger en als consument verschillende rechten. Bovendien zijn er verschillende extra waarborgen opgenomen in wetten om mensen te beschermen.  

Het grondwettelijke huisrecht

In de grondwet is het huisrecht opgenomen. Dit betekent dat niemand de woning van een burger in mag komen zonder toestemming, behalve als daar een speciale wettelijke uitzondering voor is (denk aan politie bij misdrijvenonderzoek). Daar horen de juiste legitimatie en papieren (zoals een huizoekingsbevel) bij. Tevens moet er verslag van worden gemaakt. Dit betekent dat installateurs, energiebedrijven en netbeheerders niet zomaar een installatie kunnen komen vervangen zonder toestemming van de bewoners.  

Het aansluitrecht 

Daarnaast is er op dit moment het aansluitrecht vanuit de gaswet. Het is verplicht voor de lokaal aangewezen netbeheerder elke woning aan te sluiten op het gasnet als de eigenaar dat verzoekt. Bij nieuwbouw is het niet meer verplicht, op een paar uitzonderingen na. En verder geldt de plicht soms niet in een concessiegebied voor een warmtenet. De regel en uitzonderingen lees je hier. Wel wordt het waarschijnlijk per 2024 via de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie voor gemeenten mogelijk om gebieden aardgasvrij te maken.

ACM: waarborgen in de wijkaanpak

Voorsorterend op de toekomst heeft de ACM gekeken naar de waarborgen waar consumenten recht op moeten hebben binnen de wijkaanpak. Deze bescherming moet volgens de ACM goed in de wetgeving meegenomen worden. Dit om bij het verval van het aansluitrecht mensen nog steeds voldoende te beschermen.

De partij die warmte moet gaan leveren

Wanneer de keuze valt op een warmtenet is een belangrijke vraag of de gemeente (mede-)eigenaar wordt van dit warmtebedrijf of dat ze de warmteproductie- en levering geheel wil overlaten aan een marktpartij. Binnen de nieuwe warmtewet is dit nog een belangrijk punt van discussie. De huidige warmtewet regelt niks op dit vlak.

In de proeftuinen zien we dat vrijwel geen gemeente ervoor kiest om een warmtekavel vast te stellen en daarvoor een warmtebedrijf te selecteren. De meeste gemeenten kiezen voor een grote publieke rol in collectieve warmte, vanuit de overtuiging dat alleen dan optimaal gestuurd kan worden op de borging van de publieke belangen, waaronder de betaalbaarheid. Daar komt bij dat gemeenten zien dat ook bij bewoners het draagvlak voor vroegtijdige aanwijzing van een warmtebedrijf ontbreekt. De gemeente Purmerend kiest voor een volledig publiek warmtebedrijf. Gemeente Groningen zet in op grootschalige warmtenetten in publieke handen, met een belangrijke rol voor energiecoöperaties. De meeste andere gemeenten, o.a. in Gelderland streven ernaar om het netbeheer in publieke handen te houden met eventueel een belang van bewoners hierin en via een aanbesteding een warmtebedrijf te selecteren. De gemeente Katwijk kiest ervoor om voor een periode van 15 jaar een concessie te verlenen aan een warmtebedrijf, en zelf juridisch eigenaar van het warmtenet te blijven. Hierdoor houdt de gemeente de regie en daarmee kan zij het belang van de bewoners blijvend borgen zonder dat zij financieel risico hoeft te dragen.

In het geval niet gekozen wordt voor een gemeentelijke dienst is er sprake is van het verlenen van schaarse publieke rechten aan een marktpartij. In een dergelijke situatie gelden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur: het besluitvormingsproces moet objectief, transparant en non-discriminatoir zijn. De gemeente mag onder bepaalde voorwaarden een concessieovereenkomst sluiten met haar eigen warmtebedrijf zonder dat zij hoeft aan te besteden.

In de andere gevallen is een aanbesteding een logische optie. Als dat het geval is, rangschikt de gemeente de aanvraag op basis van de mate waarin:

  1. het aannemelijker is dat de duurzaamheidsnormen worden bereikt
  2. de doelmatige en kostenefficiënte aanleg en exploitatie van het collectieve warmtesysteem beter wordt geborgd
  3. de leveringszekerheid beter wordt geborgd
  4. het warmtebedrijf de toekomstige verbruikers beter zal betrekken bij de aanleg, ontwikkeling en exploitatie
  5. aannemelijker is dat het door het warmtebedrijf opgestelde globaal kavelplan technisch, financieel en organisatorisch uitgevoerd kan worden

Hoe grote subsidies bij bewonersinitiatieven terecht kunnen komen

In een belangrijk deel van de wijken ligt het initiatief niet bij de gemeente, maar bij een bewonersinitiatief. Het bewonersinitiatief heeft dan vaak het voortouw genomen bij de subsidieaanvraag in het kader van het Programma Aardgasvrije wijken. De subsidie wordt echter toegekend aan de gemeente. De vraag is hoe de gemeente op een juridisch zorgvuldige wijze ervoor kan zorgen dat de subsidie terecht komt bij de partij die het project gaat uitvoeren. Op een aantal plekken is dit inmiddels geregeld.

  • In Terheijden werkten gemeente Drimmelen en coöperatie Traaijs Energie Collectief een model uit voor een warmtenet waarover de Terheijdenaren zelf zeggenschap krijgen. De gemeente heeft om subsidie te geven op basis van juridisch advies besloten gebruik te maken van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. Dit is een vorm van overheidssteun, waardoor de gemeente geen openbare aanbesteding van het warmtenet hoeft te doen. Cruciaal daarbij is een prioriteitsaandeel van de gemeente in het warmtebedrijf. Lees hier meer over hoe het model in elkaar zit.
  • Binnenkort volgt hier nog een voorbeeld uit gemeente Amsterdam (bewonersinitiatief KetelhuisWG).

Een samenwerkingsovereenkomst om helderheid te scheppen

Om de rollen van alle betrokken partijen helder te krijgen, helpt het om een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de relevante partijen in een wijk of dorp op te stellen. Deze kan ter besluitvorming voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Verschillende gemeenten en bewonersinitiatieven hebben daar al ervaring mee. Zie bijvoorbeeld:

Tools voor goede samenwerkingsafspraken

Verder naar de volgende fase

Of ga terug

Gebruik de navigatie bovenaan de pagina voor een overzicht van alle fasen

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lees voor meer informatie ons privacybeleid
Lijsten