vergaderen

6. Financieel

 

 

Foto: Wendela Waller

De collectieve wind- en zonneparken leveren geld op voor de omgeving. Energie en geld circuleren en renderen lokaal met een duurzame, sociale en rechtvaardige samenleving als doel. In dit hoofdstuk staan we stil bij de lokale baten van wind- en zonneparken, en hun financiering en inzet van subsidieregelingen.

Achtergrondinformatie

Uitgelegd: het coöperatieve financieringsmodel

Bij coöperatieve energieprojecten investeren de leden van de coöperatie samen in het windpark, zonnedak of zonnepark. Het is een vorm van financiële participatie. De manier waarop dat gebeurt, verschilt.

Meestal haalt de coöperatie geld op bij haar leden en leent ze daarnaast bij een bank of fonds. De coöperatie is (mede)eigenaar van de installatie (of van de bv waarin de installatie is ondergebracht). De leden van de coöperatie hebben zeggenschap over de projectontwikkeling en exploitatie, én over de besteding van de opbrengsten.

De opbrengsten (na aftrek van kosten) komen beschikbaar:  

  • als rendement voor de leden die mee-investeren (en voor andere investeerders),
  • voor investeringen in nieuwe projecten,
  • voor de omgeving.

Gebieds- of omgevingsfondsen

De coöperaties storten meestal een bijdrage in een gebieds- of omgevingsfonds. Soms steunen de coöperaties projecten zonder tussenkomst van een fonds. Bewoners, bedrijven en verenigingen uit de omgeving kunnen een bijdrage aanvragen voor maatschappelijke projecten, zoals voor leefbaarheid, duurzaamheid, natuur, welzijn en versterking van de gemeenschap.

Vaak beheert een onafhankelijke stichting het fonds en bestaat het bestuur uit lokale vertegenwoordigers. Ook niet-coöperatieve wind- en zonneparken storten geld in gebiedsfondsen1.

 

  1. Participatiemonitor 2021. Richtbedrag Gedragscode acceptatie & participatie wind op land (2014, herziene versie november 2020): 0,50 euro per opgewekte MWh.

De situatie in 2022

Volgens een ruwe schatting hebben burgers ongeveer 141 miljoen euro geïnvesteerd in collectieve zonnedaken, -parken en windmolens in Nederland. En leveren deze rond de 0,5 tot 1 miljoen euro per jaar op voor fondsen voor de omgeving.

Waarschijnlijk is het meer; een volledig overzicht van alle projecten ontbreekt. Deze schattingen zijn gebaseerd op een steekproef. 

Geld ophalen bij leden en omgeving

We schatten dat door coöperaties in totaal tot nu toe 141 miljoen euro is opgehaald voor alle gerealiseerde opwekprojecten (Zie tabel 6.1). Deze eerste inschatting is op basis van gemiddelden van bij ons bekende wervingsacties.

Geld ophalen bij de leden doen coöperaties op verschillende manieren. In de bijlage is een overzicht opgenomen van wervingsacties van coöperaties in 2018-2022. Dit overzicht is niet compleet, maar geeft wel een beeld van de situatie.

Voldoende mee-investeerders

Tot nu toe lukt het de coöperaties om genoeg mensen (en bedrijven) te vinden die bereid én in staat zijn om mee te investeren. Zelfs voor de risicovolle ontwikkelfase vinden coöperaties mensen bereid om mee te doen. Deze deelnemers lopen weliswaar meer risico, maar ontvangen een hoger rendement op hun inleg.

De ervaren coöperaties hebben een belangrijke voorsprong op de jongere coöperaties. Ze hebben veel leden die vaak al participeren in andere projecten. Deze leden steunen de doelen van de coöperatie, vertrouwen de coöperatie en zijn tevreden over het rendement.

Voor jongere, minder ervaren coöperaties is het organiseren van financiële participatie een grotere uitdaging. Niettemin lukt het ook minder ervaren coöperaties om voldoende kapitaal op te halen.

Hoge ambities

Er moeten grote bedragen worden opgehaald, zeker als coöperaties de regionale doelen willen realiseren met tenminste 50% lokaal eigendom. Dat is met name in gebieden met een relatief lage bevolkingsdichtheid lastig, terwijl juist daar vaak kansen voor nieuwe wind- of zonneparken liggen. Het streven is om de ledeninleg zo laag mogelijk te houden. 

De ledeninleg voor grote projecten ligt nu rond de 15-20% en voor kleinere projecten hoger. We zien steeds vaker projecten die grotendeels gefinancierd zijn door een provinciaal fonds en met een veel lagere ledeninleg. We komen daar verderop op terug onder 'Inclusieve en rechtvaardige energie'.

Achtergrondinformatie

Verschillende participatievormen

Financieel deelnemen of participeren gebeurt op verschillende manieren. In de praktijk zien we twee hoofdvormen: met ledenkapitaal of met obligaties.

  • Met ledenkapitaal (participaties) is een vorm van kapitaalinleg waarbij de deelnemers een bedrag in de coöperatie (of de windpark-bv) investeren en een jaarlijkse winstuitkering ontvangen. Ze verdienen hun inleg terug en behalen rendement op hun investering. Er is geen terugbetalingsverplichting. De investering is niet opvorderbaar.
  • Een obligatie is een lening van een deelnemer aan de coöperatie (of de windpark-bv) waarover de deelnemer jaarlijks rente ontvangt. De lening wordt binnen de afgesproken looptijd afgelost. Dat kan lineair (elk jaar een gelijk deel) gebeuren of annuïtair (aflopend, waarbij rente en aflossing jaarlijks gelijk zijn). De lening is opvorderbaar en moet (ooit) terugbetaald worden.

Participaties en obligaties worden meestal uitgegeven in delen van bijvoorbeeld 50, 100, 250, 500 of 1000 euro per stuk (of in uitzonderlijke gevallen in grotere delen), of een andere eenheid zoals van een zonnepaneel.

Zie voor meer info de DeelnemersDesk van Energie Samen. 

 

Een steekproef: geld ophalen bij leden en omgeving

Wind- en zonneparken

Als we naar de voorbeelden van de wervingscampagnes voor wind- en zonneparken (2018-2022) kijken, dan krijgen we het volgende beeld:

  • Het bedrag dat coöperaties (willen) ophalen varieert van 20.000 tot 3,5 miljoen euro, met uitschieters naar bijna 10 en 12 miljoen euro voor Windpark Krammer in 2018 en 2021. De doelen wordt meestal gehaald of zelfs overschreden.
     
  • De hoogte van het opgehaalde bedrag is uiteraard gerelateerd aan de projectomvang en het benodigde eigen vermogen. (Gemiddeld voor windparken: 200.000 euro per MW, zonneparken: 180.000 euro per MW met grotere variatie). We hebben geen zicht op wat coöperaties uit eigen middelen inbrengen (spaargeld uit bestaande projecten).
  • Gangbaar is een kapitaalinbreng van 15-20% van het investeringsbedrag. Gemiddeld bij windparken: 15%, zonneparken: 20% met aanzienlijke variatie (2-67%).
     
  • De meeste coöperaties geven obligaties uit van 50 tot 500 euro per stuk.
     
  • Er is vrijwel (altijd) sprake van een maximuminleg van 2.500 tot 20.000 euro (met één uitschieter naar 250.000 euro) per deelnemer.
     
  • De verwachte rentes voor obligaties liggen tussen de 2,5 en 4,5% (met uitschieters naar 6-7%). 
     
  • De looptijden van de obligaties zijn meestal rond de 15 jaar, maar variëren van 5 tot 25 jaar (levensduur van het project).
  • Deelnemers moeten lid zijn van de coöperatie en in de omgeving wonen, of op zijn minst hebben leden voorrang. Er is een duidelijke lokale binding tussen deelnemer en project.

Zie ook de bijlage Voorbeelden wervingsacties wind- en zonneparken (Excel).

Zonnedaken

De financiering van zonnedaken is divers. In vroegere jaren werd 100% van de investering betaald door de deelnemers. Inmiddels werken coöperaties vaker met leningen.

Er zijn vele voorbeelden waarbij de deelnemers minimaal inleggen en fondsen of banken het grootste deel voor hun rekening nemen. Op basis van een kleine steekproef zijn we uitgegaan van een gemiddeld inleg van 50% van het investeringsbedrag.

We hebben deze bevindingen gebruikt om een inschatting te maken van de omvang van de geldstromen in tabel 6.1.

Geld werven is specialistisch werk

De werving van kapitaal met obligaties of participaties stelt hoge eisen aan de uitvoering en daarmee ook aan de professionaliteit van de coöperatie. Werving moet gebeuren conform de eisen van de Autoriteit Financiële Markten, privacywetgeving etc.

Een aanzienlijk aantal coöperaties werkt samen met gespecialiseerde dienstverleners zoals crowdfundingplatforms. De meeste coöperaties organiseren de uitgifte zelfstandig, met ondersteuning van collega-coöperaties of, sinds 2022, met ondersteuning van de DeelnemersDesk van Energie Samen.

Voorbeelden uit de praktijk

Zonaandelen voor Zonnepark De Grift

De Nijmeegse Energiecoöperatie WPN startte in juni 2021 met een campagne om eigen vermogen bij elkaar te brengen voor de financiering van het nieuwe Zonnepark de Grift. Binnen enkele weken hadden ze twee keer zoveel inschrijvingen dan de benodigde 510.000 euro. De zonaandelen zijn verdeeld onder de inschrijvers.

De coöperatie had al ervaring met een succesvolle uitgifte voor het windpark in 2015. Toch overtrof dit alle verwachtingen: “We zijn overweldigd door dit resultaat. We zijn supertrots. Het laat de betrokkenheid van bewoners in de regio zien,” aldus de voorzitter.

Friese Buurtmolen met minimale inleg leden

In het Friese dorp Tzum is de oude dorpsmolen uit 1994 verkocht in 2016. Vrij snel na de toekenning in 2021 van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking is de realisatie voor de nieuwe windmolen in gang gezet.

De nieuwe Buurtmolen van 1 MW draait sinds 10 december 2022. Stichting MAST, eigenaar van de oude dorpsmolen, nam het initiatief voor de opschaling en de oprichting van coöperatie TOER, die rond de 530 leden telt.

Samen legden de leden slechts 530 euro startkapitaal in. Zij nemen risicoloos deel aan het windproject. Stichting MAST financiert ruim 200.000 euro uit haar reserves. De rest, ca. 1,3 miljoen euro, wordt gefinancierd door het provinciale energiefonds Fûns Skjinne Fryske Enerzjy en het Nationaal Groenfonds.

Een deel van de opbrengsten komt beschikbaar voor het dorp, net als bij de oude windmolen. Die leverde tussen 1994 en 2021 278.000 euro op voor leefbaarheidsprojecten in het dorp.

Fondsen, banken en andere financiers

Naast de eigen ledeninbreng, zijn ook andere financiers nodig voor de financiering van coöperatieve energieprojecten. De grotere projecten worden voor 80-90% of meer met leningen van banken en fondsen gefinancierd, dus met vreemd vermogen.

De voorwaarden die aan projectfinanciering worden gesteld zijn voor coöperaties niet anders dan voor marktpartijen.

De toegang tot financiering is de afgelopen jaren sterk verbeterd voor coöperaties, mede door de inzet en vindingrijkheid van de landelijke en regionale koepelverenigingen, lokale coöperaties en financiers. De financieringsbehoefte, risico’s en mogelijkheden verschillen per projectfase.

Achtergrondinformatie

Vroege fase projectontwikkeling

De lastigste fase is de vroege ontwikkelfase, waarin wel kosten gemaakt worden maar realisatie onzeker is. Voor (aanvullende) financiering in de risicovolle ontwikkelfase zijn er inmiddels diverse mogelijkheden:

  • Ontwikkelfonds voor energiecoöperaties (zie tekstkader verderop)
     
  • Risicodragende ontwikkelleningen van provinciale fondsen zoals het Energiefonds Drenthe, Energiefonds Overijssel (via LEI-F), het Groningse Fonds Nieuwe Doen en het Friese Fûns Skjinne Fryske Enerzjy.
     
  • Ontwikkelmaatschappijen zoals het Brabants Energiefonds (via de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij) en Oost NL. In Overijssel financierde de Herstructureringsmaatschappij Overijssel de ontwikkeling van een zonnedak voor (zie het voorbeeld van Enschede Energie in het hoofdstuk Zon. 
     
  • Subsidies van provincies en gemeenten. Bij meer kleinschalige projecten gebruiken de coöperaties vaak een subsidie als startkapitaal.
     
  • Voorfinanciering door collega-coöperaties.

De genoemde financiers hanteren ieder eigen financieringsvoorwaarden. Dit betekent dat de mogelijkheden voor coöperaties ook afhankelijk zijn van de provincie, regio of gemeente waarin ze gevestigd zijn.

De voorwaarden van het Ontwikkelfonds voor Energiecoöperaties zijn gelijk in de vier provincies en de regio waar het fonds is opengesteld.

Bouw - en exploitatiefase

Wind- en zonprojecten met een vergunning en SDE++-beschikking zijn in principe financierbaar bij de reguliere banken. Specifiek voor coöperaties komen we daarnaast nog de volgende financiers tegen:

  • Realisatiefonds: zie onder.
     
  • Provinciale fondsen verstrekken leningen aan coöperaties of participeren als medeaandeelhouder en -eigenaar in projecten. Zie de hierboven genoemde fondsen.
     
  • Overheidsbanken. BNG Bank, Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en de Nederlandse Waterschapsbank financieren alleen projecten van overheden. Ze komen voor coöperaties in beeld als sprake is van gedeeld eigendom met een gemeente, provincie of waterschap en/of als een overheid zich garant stelt. De leningsvoorwaarden zijn gunstiger dan bij reguliere banken.
     
  • Crowdfunding. Een coöperatie kan naast de eigen leden ook anderen mee laten financieren, bijvoorbeeld met een obligatieuitgifte. De coöperatie kan dat zelfstandig organiseren of een crowdfundingplatform gebruiken. Als deze mensen geen lid zijn van de coöperatie, hebben ze geen zeggenschap in het project.

Voorbeelden uit de praktijk

Ontwikkelfonds voor energiecoöperaties

Het Ontwikkelfonds ging in juli 2021 van start in vier provincies: Limburg, Drenthe, Utrecht en Zuid-Holland. Vanaf 2023 is het fonds ook beschikbaar in de Achterhoek.

In totaal is 1,5 miljoen euro gereserveerd voor 23 grote projecten met een investeringsomvang van meer dan 500.000 euro. Het gaat om acht windprojecten en vijftien zonprojecten. De gereserveerde leenbedragen variëren van 3.000 tot 425.000 euro.

Het Ontwikkelfonds is bedoeld voor financiering van de ontwikkelfase van wind- en zonneparken en wordt naar verwachting ook opengesteld voor warmteprojecten.

Zie voor meer info het Ontwikkelfonds / Energie Samen.

Realisatiefonds

Het Realisatiefonds ging van start in november 2021. Sindsdien is in totaal 2,4 miljoen euro geleend aan 25 projecten. Nog eens 18 projecten hebben offertes gekregen voor in totaal 2,2 miljoen aan leningen. De grootste lening tot nu toe is 380.000 euro, de kleinste 31.000 euro.

De eerste (en grootste) lening is verstrekt voor Zonnecentrale Meikade (Ede, Gelderland).

In het fonds werken drie banken samen: Triodos Bank, Rabobank en ASN. Het fonds is bedoeld voor relatief kleine projecten, vooral zonprojecten voor investering in de bouw. De banken beogen in de komende jaren voor 110 miljoen euro aan financieringen te verstrekken.

Zie voor meer info: Energie samen / Realisatiefonds 

Energiefonds Overijssel

De provincie Overijssel financiert de ontwikkelfase van lokale initiatieven via het programma Lokale Energie Initiatieven-Financiering (LEI-F). De alliantie Nieuwe Energie Overijssel (NEO) biedt daarbij ondersteuning.

De coöperatie Enschede Energie ontving bijvoorbeeld een lening van 200.000 euro voor de ontwikkeling van duurzame (vooral zonne-)energieprojecten. De coöperatie ontwikkelt inmiddels drie zonnevelden.

Zie voor meer informatie: Energiefonds Overijssel

Financiering collectieve warmte

Financiering van duurzame collectieve warmteprojecten is lastig. De meesten bevinden zich in de onderzoeksfase. De kosten zijn hoog, de uitkomst is nog onzeker en het financieringsrisico dus groot. Er is vooral behoefte aan vroegefasefinanciering.

Het Rijk is met de proeftuinen uit het Programma Aardgasvrije Wijken een belangrijke financier van deze fase. Ondertussen werken de coöperaties, vertegenwoordigd door Buurtwarmte van Energie Samen, aan openstelling van het Ontwikkelfonds voor Energiecoöperaties voor coöperatieve warmteprojecten. De verwachting is dat dit in 2023 concretere vormen aanneemt.

Daarnaast zijn er een aantal fondsen (o.a Nationaal Groeifonds) en subsidies beschikbaar. De banken zetten zich ook in om financiering toegankelijk te maken (o.a. voor de Coalitie Coöperatieve Warmte).

Uitgelichte projecten

Nationaal Groeifonds en Nieuwe Warmte Nu!

Nieuwe Warmte Nu! is een initiatief van een consortium van warmtebedrijven, netwerkbedrijven, kennisinstellingen, brancheorganisaties en overheden en zet zich in voor een versnelde aanleg van duurzame collectieve warmtesystemen.

Het consortium stelde een projectenportefeuille van 32 projecten samen die is ingediend bij het Nationaal Groeifonds. Slechts twaalf konden worden toegekend, vanwege het plafond van 200 miljoen euro dat de Rijksoverheid beschikbaar stelde. Eén van de gehonoreerde projecten is de collectieve warmtevoorziening van de Stichting Warm Heeg (Friesland).

Het warmteproject van Energiecoöperatie Wijdemeren (Ankeveen Aardgasvrij met Aquathermie) is afgevallen. Dit waren de enige kleine projecten in de aanvraag.

Zie voor meer info: Nationaal Groeifonds / Nieuwe Warmte Nu!  

Europese subsidie

Coöperatie Duurzame Vruchtenbuurt uit Den Haag ontving voor haar initiatief Warm in de Wijk een ELENA-subsidie (European Local ENergy Assistance). Deze is bedoeld voor technische studies, haalbaarheidsstudies, energiestudies, proceskosten en een groot participatietraject. De subsidie is onderdeel van een grotere subsidie.

In 2020 ontvingen tien wijken in Zuid-Holland ieder 300.000 euro om van het aardgas af te gaan. Hiervan kwam 2,7 miljoen euro uit ELENA-budget van de Europese Investeringsbank, bedoeld voor lokale energie-initiatieven. De rest van het bedrag is afkomstig van de provincie Zuid-Holland.

Zie voor meer info: Warm in de Wijk  

Lokale baten voor de omgeving

De opbrengsten uit de wind- en zonneparken (en soms ook zonnedaken) zijn ook bedoeld voor de omgeving. Die profiteren op verschillende manieren, bijvoorbeeld door middel van een jaarlijkse storting in een gebieds- of omgevingsfonds, directe steun aan lokale projecten of een korting op de energierekening.

We zien het volgende beeld in een steekproef:

  • Coöperaties reserveren 0,5 tot 1 euro per MWh van de opbrengsten voor de omgeving.
  • Het gaat om bedragen van 20.000 tot meer dan 600.000 euro per jaar per wind- of zonnepark.
  • De gelden zijn bedoeld voor maatschappelijke en duurzame projecten in de (directe) omgeving.

In de bijlage vind je een overzicht van de (gemiddelde) opbrengsten voor de omgeving van coöperatieve wind- en zonneparken.

De meeste (oudere) windcoöperaties en dorpsmolenstichtingen doen dit al jaren. De afgelopen decennia zijn dorpshuizen, scholen en sportinstellingen ‘gesubsidieerd’ uit de windopbrengsten. Zo leverden de dorpsmolen van Reduzum en Tzum de Friese dorpen sinds de jaren negentig respectievelijk 100 en 278 duizend euro op.

De hoogte van de bijdragen hangt uiteraard af van de hoeveelheid wind (en zon) én van de marktomstandigheden. Veel wind en hoge prijzen levert meer op. Het voorbeeld van Betuwewind laat zien dat de opbrengsten veel hoger kunnen zijn dan verwacht.

Uitgelicht project

Betuwewind: een goed windjaar, veel wind en winst

Coöperatie Betuwewind is (mede-)eigenaar van twee grote windparken bij Geldermalsen en Neerrijnen (West-Betuwe). Windparken Deil en Windpark Avri leveren veel geld op voor de omgeving, zeker in 2022 door de extreem hoge elektriciteitsprijzen.

Betuwewind kon in 2022 maar liefst 600.000 euro uitkeren, dat is 500.000 euro meer dan verwacht.

Duurzaamheidsfonds

Het geld gaat naar een duurzaamheidsfonds voor de directe leefomgeving in West-Betuwe. Het gaat om projecten die het landschap meer biodivers en klimaatbestendig maken, lesprogramma’s over duurzaamheid, een voedselbos en weidevogelbeheer.

Het fonds steunt de warmtetransitie in de regio Rivierenland en een project met de Energiebank om energiearmoede tegen te gaan. Meer informatie >

Compensatie voor een hoge energierekening

Leden die klant zijn bij energieleverancier Greenchoice krijgen een extra storting van Betuwewind ter compensatie van de hoge energierekening.

Voordeel overspannen energiemarkt

In 2022 heeft een aantal coöperaties goed verdiend als gevolg van de extreem hoge elektriciteitsprijzen, een indirect van de oorlog in Oekraïne. Ze verkochten hun wind- en zonnestroom tegen een hoge prijs. 

Coöperatie De Windvogel: “Natuurlijk zijn wij blij met de extra inkomsten, maar het levert ook een soort ongemakkelijk gevoel op, want burgers, onder wie leden van de Windvogel, betalen door de stijgende energieprijzen de rekening.” Het was voor De Windvogel aanleiding om een fonds op te zetten voor de verduurzaming van woningen.

De hoge energieprijzen geven een (nieuwe) impuls aan de wens om tegen kostprijs te leveren aan leden en bewoners in de omgeving. Op die manier kunnen coöperaties de energierekening van hun leden verlagen. Zelflevering tegen een zelf te bepalen prijs is een oude wens van de energiecoöperaties. We komen erop terug in het hoofdstuk Innovatie.  

Inclusieve en rechtvaardige energie

Energiearmoede en een rechtvaardige, inclusieve energietransitie staan hoog op de agenda van coöperaties én gemeenten. De wens is dat zoveel mogelijk mensen profiteren van de opbrengsten van wind- en zonneparken en dat iedereen mee kan doen, ook mensen met een smalle beurs. Deelname kan vaak al met kleine bedragen. Coöperaties proberen energiearmoede ook tegen te gaan met steun uit hun omgevingsfondsen (zie voorbeeld Betuwewind).

Er zijn veel voorbeelden van projecten met collectieve zonnedaken (en soms zonneparken) die ook mensen die geen geld hebben ingelegd, een lagere energierekening oplevert. In eerdere monitors is het Op Rozen-model vaak genoemd.

Het is ook een uitdaging, want het geld voor de investering moet ergens vandaan komen. Vaak springt een provinciaal fonds in het gat en kan een coöperatie met minimale inbreng van eigen geld toch eigenaar zijn. Het Groningse Zonnepark in ’t Zandt (van de coöperatie Zonnedorpen) was een van de eerste dat op deze manier is gerealiseerd. Eerder zagen we al het voorbeeld van de windmolen bij Tzum.

Uitgelichte projecten

We noemen vier nieuwe voorbeelden waarbij mensen met een laag inkomen profiteren van de opbrengsten uit een lokaal zonproject en er geen of weinig geld nodig was van leden; andere financiers dragen de meeste kosten.

ZutphenEnergie (Gelderland)

ZutphenEnergie was een van de eerste coöperaties die opwek van zonne-energie combineerde met een actieve aanpak van lokale energiearmoede. Zo konden bewoners in 2020 zonder te investeren meedoen in Zonnepark Zonnestroom en toch profiteren van een energiebelastingkorting. De investering was mogelijk door subsidie van de provincie Gelderland, een lening van de gemeente en een lokale sponsor.

De coöperatie werkt, ook sinds 2020, met de Vereniging SchuldHulpMaatje Nederland en Stichting Energiebank Zutphen samen in de campagne Energie voor iedereen, met energiecoaches, energiefixers, cv-tuners en schuldhulpmaatjes.

Om dit mogelijk te maken, is begin 2022 begonnen met het inzamelen van gelden van de belastingkorting op de energierekening en de verlaging van het belastingtarief op stroom bij bewoners die zich dat konden permitteren. Daar is zo'n 37.000 euro mee opgehaald.

Eind 2022 is de actie herhaald, maar nu met de energietoeslag van twee keer 190 euro. Het geld wordt ingezet om mensen te helpen die vanwege de energieprijzen in de problemen zitten.

GOED (Groningen)

Coöperatie GOED (‘groen opwekken en delen’) is een initiatief van coöperatief ontwikkelaar Robin Doet (voorheen Zon Op Alle Zaken). Alle opbrengsten uit de opwekprojecten zijn bestemd voor maatschappelijke doelen: huishoudens en maatschappelijke organisaties met een smalle beurs, maar ook ter versterking van sport, cultuur of sociaal werk.

GOED werkt samen met organisaties die zicht hebben op wie het geld het hardste nodig hebben. De projecten worden volledig gefinancierd door energiefondsen en giften en maken gebruik van de SCE-subsidie. Leden hoeven geen investering te doen. Naast nieuwe daken is ook een zonnepark in Assen in voorbereiding. Meer informatie >

ZonVoorMinima (Westerveld, Groningen)

De Zonnecarport in Zuidhorn is een initiatief van de gemeente. Met de lokale energiecoöperatie GLOED en coöperatief ontwikkelaar ZonVoorIedereen ontwikkelden zij het concept ZonVoorMinima. Dat houdt in dat alle opbrengsten (na aftrek van kosten) zijn voor mensen in de gemeente met een minimuminkomen.

De gemeente financiert, de coöperatie beheert de installatie en ontvangt een SCE-subsidie. Honderd leden van de coöperatie deden een symbolische bijdrage van 1 cent; ze hebben geen inleg gedaan. Op deze manier kunnen ongeveer honderd huishoudens vijftien jaar lang op een tegemoetkoming van honderd euro rekenen. De initiatiefnemers werken hiervoor samen met sociaal werk, Humanitas en SchuldHulpMaatje. Meer informatie >

Zonnecentrale Meikade (Ede, Gelderland)

Zonnecentrale Meikade levert zonnestroom aan sporthallen van de gemeente Ede. Coöperatie Vallei Energie, die 100% eigenaar is van het zonneveld, en de gemeente werkten samen aan een aanbod voor inwoners met een laag inkomen.

Deze kunnen zich inschrijven als deelnemer en krijgen 60-100 euro per jaar uitgekeerd als korting op de energierekening. De coöperatie maakt daarvoor gebruik van de Regeling Verlaagd Tarief en het Op Rozen-model.

120 Edese huishoudens kunnen meedoen. Andere inwoners, kleine bedrijven en organisaties, zoals de Edese IJsvereniging, investeerden mee vanaf honderd euro. De rest is gefinancierd uit het eigen projectenfonds, een lening van BNG Bank met een garantstelling van de gemeente en – als eerste in Nederland – het Realisatiefonds.

Exploitatie & subsidies (o.a. SCE)

Coöperaties gebruik van vier soorten subsidieregelingen om ervoor te zorgen dat hun projecten rendabel te exploiteren zijn. Dit zijn:

Alle regelingen worden gebruikt voor zonprojecten. Voor windprojecten is vrijwel uitsluitend SDE regeling relevant. Alleen voor windmolens kleiner dan 1 MW is ook de SCE beschikbaar (en tot 2021 de oude PCR regeling).

Voor warmteprojecten kan sinds 2021 een SDE-subsidie worden aangevraagd voor aquathermie- en geothermieprojecten, waarbij met name de eerste het meest relevant is voor coöperatieve warmteprojecten. 

Marktprijs

De bijdragen van de SDE en SCE regelingen zijn afhankelijk van de marktprijs voor elektriciteit. Hoe hoger de marktprijs, hoe lager de subsidie. De regelingen garanderen een minimumprijs voor de stroomverkoop ('basisbedrag'). Is de marktprijs hoger dan ontvangen de eigenaren geen subsidie meer. Dat was voor de meeste windmolen-exploitanten het geval in 2022 toen de marktprijzen extreem hoog waren. 

In dit deel kijken we wat nauwkeuriger naar de inzet van deze regelingen voor zonprojecten.

Achtergrondinformatie

Regelingen voor coöperaties

De Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) is de meest gebruikte regeling voor collectieve zonprojecten. Deze regeling werd van kracht op 1 april 2021, waarmee de oude postcoderoosregeling kwam te vervallen.

Voor de grotere projecten maken coöperaties gebruik van de Subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE). Het meeste collectieve zonvermogen is met een SDE-subsidie gerealiseerd.

Salderen in combinatie met collectieve zonprojecten komt nog weinig voor. Het gaat dan om projecten van vóór 2015 en van verenigingen van eigenaars (VvE’s).

Regelingen voor VvE’s

VvE’s maken gebruik van de oude én nieuwe (SCE) postcoderoosregeling. We volgen deze groep niet actief in de monitor, tenzij een VvE een eigen (productie)coöperatie opricht of samenwerkt met een lokale energiecoöperatie.

RVO geeft inzage in het aantal SCE-beschikkingen dat aan VvE’s is verleend: in totaal 21,waarvan 4 in 2022 zijn gerealiseerd (200 kW).

Ontwikkelingen SCE

Een aantal ontwikkelingen met betrekking tot de SCE-regeling:

  • In totaal is 18,7 MWp collectief zonvermogen en 2 MW windvermogen gerealiseerd met een SCE-beschikking. Dat is 36% van het door RVO beschikte vermogen (van totaal 58 MW)1.  
     
  • In 2021 zijn de eerste SCE-aanvragen gedaan. Meer dan helft is ingetrokken of afgewezen, waaronder een groot aantal dat was ingediend door huurderscoöperaties.
     
  • Driekwart van de beschikkingen staat op naam van een bewonerscoöperatie.
     
  • In 2022 zijn 70% minder aanvragen gedaan dan in 2021. Veel coöperaties zagen af van een aanvraag omdat de tarieven van de SCE-regeling onvoldoende waren om een rendabel project te realiseren. De nieuwe tarieven voor 2023 bieden meer ruimte2.
     
  • Het voor 2022 beschikbare budget (150 miljoen euro) is uiteindelijk maar voor 17% beschikt. Ook het budget voor 2021 (92 miljoen) was maar voor tweederde (66%) beschikt.

 

  1. RVO, opgave per 1 december 2022.
  2. Kamerbrief Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2023, EZK, 21 november 2022.

Ontwikkeling zonprojecten per regeling

In tabel 6.2 en figuren 6.1 en 6.2 is de ontwikkeling weergegeven van aantallen en vermogens van collectieve zonprojecten naar type regeling.

Achtergrondinformatie

SCE: de stand

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de SCE. De SCE voor 2022 is per 1 december 2022 gesloten. De stand is op 1 december 2022 als volgt:

  • In totaal zijn 1.130 aanvragen voor een SCE-beschikking binnengekomen. Verreweg de meeste aanvragen zijn gedaan in 2021 (totaal: 862). In 2022 waren dat er substantieel minder, namelijk 268.  
     
  • Opvallend is dat meer dan de helft (53%) van de aanvragen ook weer is ingetrokken of is afgewezen: ingetrokken door aanvrager zelf nadat een beschikking was verleend (32%), door de aanvrager vóór verlening (7%) of door RVO na verlening (3%). 11% van de aanvragen is afgewezen door RVO. 45% van de ingetrokken of afgewezen beschikkingen was aangevraagd door huurderscoöperaties.
     
  • RVO heeft in totaal 518 beschikkingen verleend (totaal: 58,0 MWp). Acht aanvragen zijn nog in behandeling.
     
  • Van de verleende beschikkingen is driekwart (74%) toegekend aan een bewonerscoöperatie, 11% aan een huurderscoöperatie en 4% aan een VvE. Drie beschikkingen zijn verleend voor windprojecten, de rest voor zonprojecten.
     
  • Het is niet uit te sluiten dat na 1 december 2022 (na de deadline van de LEM) nog aanvragen zijn ingetrokken of afgewezen. In maart 2023 publiceert RVO een definitief overzicht van 2022.

Noot: Er zijn meerdere SCE-beschikkingen per project mogelijk en wij clusteren een aantal beschikkingen als één project (bijvoorbeeld van de huurderscoöperaties). Het aantal SCE-beschikkingen van RVO is daarmee niet gelijk aan het aantal projecten.

 

Bron: RVO / Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking

Postcoderoos oude stijl

De Belastingdienst was van 2014 tot 2022 verantwoordelijk voor de uitvoering van de postcoderoosregeling (officieel Regeling Verlaagd Tarief).

In totaal waren bij de sluiting van de regeling 710 beschikkingen afgegeven (waarvan er drie zijn ingetrokken). Negen beschikkingen waren afgegeven voor windprojecten.

Na 31 maart 2021 zijn geen nieuwe beschikkingen meer afgegeven. Voor april 2021 verleende beschikkingen blijven van kracht tot het einde van de looptijd van het project.

Noot: Er waren meerdere postcoderoosbeschikkingen per project mogelijk. Het aantal postcoderoosbeschikkingen voor zonprojecten (701) wijkt daarmee af van het aantal projecten in de Lokale Energie Monitor (592).

Bijlage

Vorige hoofdstuk

< Besparing

Volgend hoofdstuk

Innovatie > 

De Lokale Energie Monitor 2022 is een gezamenlijke uitgave van klimaatstichting HIER en Energie Samen

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lees voor meer informatie ons privacybeleid
Lijsten